Er zijn talloze projecten in en buiten Amsterdamse basisscholen om de kansenongelijkheid in het onderwijs aan te pakken. Het onderwerp is zelfs een speerpunt van het beleid van onderwijswethouder Marjolein Moorman en er worden miljoenen beschikbaar gesteld voor de bestrijding ervan. Maar een overkoepelende aanpak ontbreekt en het is onduidelijk hoe initiatieven worden geëvalueerd, blijkt uit onderzoek van De Balie Live Journalism en AT5.
Mentorprojecten, culturele uitstapjes, bliksemstages, burgerschapsonderwijs, gedragsprogramma’s, kunstvakken, naschoolse activiteiten, verlengde schooldagen, taalklassen, voorleessenioren, bijlessen, huiswerkklassen. Amsterdamse basisscholen trekken van alles uit de kast om kansenongelijkheid aan te pakken.
Ze werken daarin samen met talloze stichtingen, zelfstandigen, bijlesinstituten, hulpinstanties en bedrijven en de gemeente trekt er miljoenen subsidie voor uit.
Maar werken deze initiatieven ook?
Kansenongelijkheid in het onderwijs