Meer werklozen, minder nieuwe bedrijven, meer krimp: de coronacrisis treft Amsterdam en omgeving harder dan de rest van het land. Wordt het niet tijd voor een lokaal economisch hulpplan, om de schade in de toekomst te beperken?
Henri de Groot
Hoogleraar regionaaleconomische dynamiek aan de VU, kroonlid SER
‘We zien dat deze crisis steeds langer gaat duren. Er komen structurele wijzigingen in de economie en forse verschuivingen op de arbeidsmarkt. We moeten mensen die hun baan kwijtraken, perspectief blijven geven. Daar ligt bij uitstek de rol voor gemeenten en de regio. Die moeten alles op alles zetten: scholingsfaciliteiten verbeteren, werkgevers en werknemers bij elkaar brengen, de stap van verloren werk naar nieuw werk bevorderen.”
De Groot is geen voorstander van directe steun aan bedrijven. “We moeten oppassen met heel specifieke regionale steunpakketten. Dat het kabinet KLM steunt, betekent dat er al veel geld in deze regio terecht komt. In de nieuwe maatregelen die het kabinet nu voorbereidt, krijgen alleen zwaar getroffen bedrijven steun. Die zal dan automatisch vooral naar deze regio gaan, omdat het hier slechter gaat dan elders. Daar hoeft dan niet nog eens regionaal of lokaal geld bovenop.”
“Mijn zorg is dat gemeentes zich gedwongen voelen in te zetten op crisismaatregelen, vervolgens tot de conclusie komen dat de geldstroom opdroogt en dan hun investeringen terugschroeven. Amsterdam zou moeten nadenken over het versnellen van investeringen in woningbouw, infrastructuur en verduurzaming. Daar zou steun vanuit het rijk bij kunnen helpen.”
Versoepeling van gemeentelijke regels en voorschriften kan volgens De Groot op korte termijn de situatie voor bedrijven verlichten. “Maar alleen zonder gevolgen voor de financiële situatie. Amsterdam moet niet daardoor gedwongen worden om elders te bezuinigingen. En een belangrijk deel van de regels is ingevoerd vanwege onze zorgen over gezondheid en welzijn. Dat dient ook een economisch doel. We willen niet dat mensen voor de rest van hun leven beschadigd raken.”