Staat er al 100 man, dan is ME te laat

Press/Media: Expert Comment

Description

Rellen en plunderen voorkom je door grote groepen tijdig op te breken en kat-en-muisspelletjes te negeren. Daar heeft de Mobiele Eenheid veel ervaring mee, maar het onvoorspelbare karakter en de grote geografische spreiding van de avondklokrellen is nieuw. Het stelt de politie voor flinke logistieke uitdagingen.


Het valt vaak op, als gewelddadige relschoppers na afloop hun zegje mogen doen in de rechtszaal. Nee, normaal doen ze dit soort dingen niet, ze weten ook niet wat ze bezielde, ze herkennen zich ab-so-luut niet in de beelden. Ook deze week, na dagen van heftige avondklokrellen, was dat de teneur tijdens snelrechtzittingen. Wie in een grote groep terechtkomt, signaleren agenten en politieonderzoekers, kan worden meegezogen in een soort massapsychose. Dan veranderen brave huisvaders opeens in plunderaars.
Het optreden van de Mobiele Eenheid (ME) is daarom vaak gericht op het voorkomen van massale groepsvorming op straat. Als honderd mannen staan te wachten op een plein, dan is de ME eigenlijk al te laat.
De agenten met schild en lange wapenstok, ooit bedacht na bouwvakkersrellen in 1966, worden doorgaans ingezet bij risicovolle voetbalwedstrijden en demonstraties. Planbare evenementen dus. De avondklokrellen van afgelopen week worden ook wel pop-uprellen of estafetterellen genoemd: moeilijk voorspelbaar en een nieuwe logistieke uitdaging voor de politie.
Dat ging niet altijd goed. De burgemeester van Den Bosch eist een onderzoek: waarom moest hij zo lang wachten op de ME? Commissaris Ronald Verheggen, portefeuillehouder paraatheid bij de politie, had ook graag gezien dat de ME daar eerder was ingezet. 
Logistiek: ME is een nevenfunctie
Politieonderzoeker Jaap Timmer (VU Amsterdam) verwacht dat de inzet en aanrijdtijden van de ME tijdens de recente pop-uprellen uitgebreid worden geëvalueerd. Het Nederlandse model waarbij de ME-taak een nevenfunctie is, is volgens hem efficiënt. Maar het nadeel is de trage reactietijd. ‘Het kan uren duren voordat een paar ME-pelotons ter plaatse zijn.’ Timmer verwijst naar Frankrijk waar de speciale eenheid CRS altijd klaar voor vertrek staat in een kazerne. ‘Ik verwacht dat Nederland iets meer richting het Franse model opschuift. De reactiesnelheid en daarmee de effectiviteit kan omhoog.’
Verheggen is het daar niet mee eens. ‘Als je de ME kazerneert, zoals in Frankrijk, creëer je een hamer die vanzelf op zoek gaat naar een spijker.’ Hij gelooft in het Nederlandse model, waarbij een ME’er eerst als een gewone agent wordt ingezet. ‘Ik ben ervan overtuigd dat dit flexmodel geweld voorkomt; dat moeten we niet overboord gooien omdat we te laat waren in Den Bosch.’
Nederland beschikt over 42 ME-pelotons van elk zo’n 45 mannen en vrouwen. Elk peloton bestaat uit zes  busjes met acht agenten aan boord. Zij volgden een opleiding van vier weken in het bestrijden van grootschalige ordeverstoringen, en moeten jaarlijks veertig uur op herhaling. Zij krijgen ondersteuning van ongeveer vierhonderd hondengeleiders en een paar honderd ruiters. Na het commando ‘Charge nu!’ gaan de ME’ers op linie voorwaarts, waarbij zij duwen met hun schilden en prikken en slaan met de lange wapenstok. Als dat niet genoeg is, zijn er paarden, honden, waterwerpers en als uiterste middel de traangasschutters.
Lang niet alle pelotons staan paraat. In rustige tijden heeft elke politieregio (er zijn er tien ) ten minste één sectie ME (een half peloton) 24/7 ‘op piket’. Dat zijn drie busjes die binnen anderhalf uur op locatie kunnen zijn. Agenten zitten thuis of draaien een ‘afbreekbare dienst’ tot het alarm afgaat: dan rijden ze naar hun opkomstlocatie, kleden zich om, ontvangen een briefing en gaan naar het probleemgebied. Afgelopen week had de politie tien tot twintig ME-pelotons ‘paraat’ (het aantal varieert per dag), bijgestaan door twee ME-pelotons van de Koninklijke Marechaussee. In dat geval staan de ME’ers al klaar in de buurt van plaatsen waar rellen worden verwacht, al kloppen die inlichtingen niet altijd.
Werkwijze: breek de menigte op 
Politiewetenschapper Otto Adang (Universiteit Groningen) formuleerde na jarenlang onderzoek naar relbestrijding vier basisprincipes voor de ME-inzet: informeren (uitleggen), communiceren (uitgebreid waarschuwen), faciliteren (demonsteren mag) en differentiëren (raddraaiers eruit pikken). Die laatste taak wordt uitgevoerd door verkenners en AE’ers (aanhoudingseenheid) in burger en die kregen de afgelopen dagen veel aandacht op sociale media. Maar ook gewone ME’ers mengen zich bij voorkeur tussen het publiek (dan kun je geen steen naar hen gooien) en spreken individuen aan (om hen uit de anonimiteit te halen). Vaak zijn ze gekleed in ME-uniform, met bijvoorbeeld beenkappen om en een honkbalpetje op. In dat stadium zijn rellen vaak nog te voorkomen. Als een grote groep een massief front vormt - zij tegen wij - dan is de ME te laat. Dan moeten de helmen op, met het vizier omlaag.
De politiecommandant op het hoofdkantoor en de ME-commandant ter plekke genieten veel tactische vrijheid. Veel hangt af van de situatie en hun eigen ervaring met eerdere rellen. Soms zetten ze ME zichtbaar neer op een centraal plein ter afschrikking, soms juist discreet aan de stadsrand om de sfeer niet verder op te hitsen. De tactiek is bijna altijd gericht op het opbreken van de menigte. Door bijvoorbeeld de papa’s (paarden) voorwaarts te sturen of te voet een plein schoon te vegen. De honden volgen vaak op ruime afstand, want die bijten iedereen - ook agenten.
Een volgende stap is de inzet van de waterwerper (Nederland heeft er zes). Dat is een lomp middel, want de kanonniers aan boord kunnen lastig onderscheid maken tussen de demonstranten, wat wel een basisprincipe is. Vooral in de winter is water effectief om mensen naar huis te krijgen. Het robuuste voertuig trekt altijd veel aandacht van stenengooiers, wat ‘de voeters’ (uitgestegen ME) bescherming biedt. Voor de loop van elk kanon zit een soort haak, die voor een zachtere sproeistand zorgt. Die stond mogelijk niet goed toen een meisje in Eindhoven een schedelbreuk opliep door een puf van de waterwerper. Verplaatsing van een waterwerper naar een andere stad is tijdrovend. De tank van acht kuub moet dan leeg en later weer gevuld.
Traangas wordt zelden gebruikt. Dat dit de afgelopen dagen is gebeurd, illustreert dat de ME het echt moeilijk had. Differentiatie is onmogelijk met een aerosol. Alle agenten zonder gasmasker moeten eerst weg en daarna worden alle demonstranten, journalisten en buurtbewoners geraakt.
Een kunst apart is het voorkomen van een kat-en-muisspel tussen relschoppers en politie. Als je niet uitkijkt, zegt een ervaren commandant, ‘ben je de hele nacht aan het klootviolen’. Een mogelijke oplossing: een groep uiteenslaan en dan als ME opeens weer uit het zicht verdwijnen.

Period30 Jan 2021

Media coverage

2

Media coverage