Beginselen strafrecht

URL study guide

https://studiegids.vu.nl/en/courses/2024-2025/R_BegstrR

Course Objective

Het vak Beginselen strafrecht beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. Voorts wordt studenten een aantal vaardigheden bijgebracht, zoals het opzoeken en analyseren van rechterlijke uitspraken, het formuleren van antwoorden zowel schriftelijk als verbaal, het analyseren van een casus en op casusvragen een antwoord formuleren en het naar voren brengen van argumenten tijdens een discussie.

Course Content

In dit vak staat de volgende vraag centraal: Wat zijn de fundamentele beginselen van het straf(proces)recht? Tijdens de verschillende weken zullen steeds verschillende fundamentele beginselen van het materiële strafrecht en het formele strafrecht centraal staan, zodat u na afloop bekend bent met de belangrijkste leerstukken, beginselen en uitgangspunten van het straf(proces)recht. Bij de bespreking van het materiële strafrecht komen, onder andere, opzet en schuld, strafuitsluitingsgronden en deelnemingsvormen aan bod. Bij het bespreken van het formele strafrecht wordt onder meer aandacht besteed aan dwangmiddelen en beslissen en motiveren. De internationale inbedding van het Nederlandse strafrecht komt aan de orde, doordat aandacht wordt besteed aan internationale en Europese ontwikkelingen, en de rol van Europese mensenrechten in het straf(proces)recht. Law in Action: Een aantal van de gastcolleges zullen worden verzorgd door een gastspreker uit de praktijk. Juridische leerstukken worden zo veel mogelijk uitgelegd aan de hand van een maatschappelijk thema.

Teaching Methods

Voor dit vak geldt aanwezigheidsplicht, zie voor de nadere uitwerking de studiehandleiding van dit vak. Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges, interactieve colleges en werkgroepen. Daarbij wordt tevens gebruik gemaakt van actieve en blended onderwijsvormen. Daarnaast zullen studenten gebruik kunnen maken van verschillende vormen van formatieve toetsing, waarmee ze de voortgang in het onderwijs kunnen meten. Zodoende is in de werkgroepen en interactieve colleges ruimte voor praktische vaardighedenontwikkeling en directe interactie en begeleiding.

Method of Assessment

Geroosterd schriftelijk tentamen. Ingangseisen tentamen Let op!Voor dit vak geldt een aanwezigheidsplicht. U kunt enkel deelnemen aan het tentamen en het hertentamen indien uten minste5 van de 7 van de werkgroepen aanwezig bent geweest; dat wil zeggen: u bent voorbereid en heeft actief deelgenomen aan de werkgroep. U bent als student zelf verantwoordelijk om u te laten registeren als aanwezig tijdens de werkgroepen.

Literature

K. Lindenberg, Het materiële strafrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2021;B.F. Keulen,Strafprocesrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2021 (relevante onderdelen worden aangeboden via Canvas);T. Blom, Arresten strafrecht/strafprocesrecht, Deventer Kluwer (laatste druk; 2024);Eventuele extra voor de werkgroepen voorgeschreven literatuur en/of jurisprudentie;Een wettenbundel.Aanbevolen:J. Cnossen & D. Jol,BoomBasics Strafrecht, Den Haag: BoomJuridisch 2022.

Custom Course Registration

Nieuwe eerstejaars Nieuwe eerstejaarsstudenten zullen worden ingetekend. Herhalers Herhalers kunnen zich vanaf 30 augustus 2024 intekenen. Let op! Voor herhalers is er een speciale herhalersgroep.

Additional Information

Vragen? Alle vragen of opmerkingen over dit vak kunnen worden gestuurd naar [email protected]. E-mails aan individuele docenten worden niet beantwoord. Dit vak moet zijn behaald om te mogen deelnemen aan de tweedejaarsvakken Materieel strafrecht en Formeel strafrecht. Let op! Voor LiS studenten geldt een aangepaste regeling. Het vak draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: Eindtermen bachelor Rechtsgeleerdheid De afgestudeerde bachelor beschikt over een fundamenteel academisch werk
- en denkniveau: De student is op de hoogte van de belangrijkste leerstukken van het materiële en formele strafrecht en de betekenis van het Europese en het internationale recht in dit kader. Daarbij wordt van de student inzicht verwacht in maatschappelijke tendensen die op het recht van invloed zijn. Eindtermen: 1, 3 en 5. De afgestudeerde bachelor beschikt over de volgende (juridische) vaardigheden: Analytische vaardigheden De student is in staat om juridische teksten begrijpend te lezen en in eigen woorden samen te vatten. Daarbij is de student in staat om hoofd
- en bijzaken te onderscheiden. Daarnaast heeft de student inzicht in hoe juridische argumentaties kunnen worden opgebouwd en is de student in staat zelf een juridische argumentatie op te bouwen. Eindtermen: 7 en 11. Probleemoplossende vaardigheden De student kan een juridische casus oplossen door middel van het selecteren van relevante feiten en leerstukken waarbij stapsgewijs tot een oplossing wordt gekomen. Eindtermen: 12
- 14. Communicatieve vaardigheden De student kan juridische argumenten en redeneringen helder en effectief mondeling en schriftelijk overbrengen, met het vermogen om complexe juridische zaken aan diverse doelgroepen uit te leggen. Zij zijn voorts in staat om juridische argumenten te onderbouwen en tegenargumenten te overwegen. Eindterm: 17. Informatievaardigheden De student is in staat juridisch relevante informatie te halen uit juridische bronnen. Eindterm: 21. Eindtermen bachelor Notarieel Recht De afgestudeerde bachelor beschikt over een fundamenteel academisch werk
- en denkniveau; De student is op de hoogte van de belangrijkste leerstukken van het materiële en formele strafrecht en de betekenis van het Europese en het internationale recht in dit kader. Daarbij wordt van de student inzicht verwacht in maatschappelijke tendensen die op het recht van invloed zijn. Eindtermen: 1, 3 en 5. De afgestudeerde bachelor beschikt over de volgende (juridische) vaardigheden: De student is op de hoogte van de belangrijkste leerstukken van het materiële en formele strafrecht en de betekenis van het Europese en het internationale recht in dit kader. Daarbij wordt van de student inzicht verwacht in maatschappelijke tendensen die op het recht van invloed zijn. Eindtermen: 1, 3 en 5. Probleemoplossende vaardigheden De student is in staat om juridische teksten begrijpend te lezen en in eigen woorden samen te vatten. Daarbij is de student in staat om hoofd
- en bijzaken te onderscheiden. Daarnaast heeft de student inzicht in hoe juridische argumentaties kunnen worden opgebouwd en is de student in staat zelf een juridische argumentatie op te bouwen. Eindtermen: 7 en 11. Communicatieve vaardigheden De student kan juridische argumenten en redeneringen helder en effectief mondeling en schriftelijk overbrengen, met het vermogen om complexe juridische zaken aan diverse doelgroepen uit te leggen. Zij zijn voorts in staat om juridische argumenten te onderbouwen en tegenargumenten te overwegen. Eindterm: 17. Informatievaardigheden De student is in staat juridisch relevante informatie te halen uit juridische bronnen. Eindterm: 21.

Entry Requirements

Voor toegang tot de werkgroep is vereist:
- het maken van de werkgroepopdrachten en eventuele andere voorbereidende activiteiten;