URL study guide

https://studiegids.vu.nl/en/courses/2025-2026/P_MJDELIN

Course Objective

Aan het eind van de cursus kun je:Risicofactoren voor de ontwikkeling van antisociaal gedrag en jeugddelinquentie beschrijven, zoals: biologische-, (neuro)cognitieve-, intrapsychische
- en omgevingsfactoren;De interactie op-, en invloed van deze risicofactoren op de ontwikkeling van antisociaal gedrag beschrijven en verklaren;De inhoud, het doel en de doelgroep van diverse (preventieve) interventieprogramma’s gericht op antisociaal gedrag beschrijven;De interventieprogramma’s kritisch beoordelen, de effectiviteit van deze interventies verklaren en wetenschappelijk onderbouwde suggesties ter verbetering van de interventies geven;De studiestof koppelen aan
- en toepassen op klinische casussen in de praktijk.

Course Content

In de cursus Jeugddelinquentie en Antisociale Ontwikkeling wordt ingegaan op de ontwikkeling van antisociaal gedrag, met inbegrip van jeugddelinquentie. Hierbij wordt de rol van zowel omgevingsfactoren als persoonlijke (mogelijk aangeboren) factoren besproken. Het doel is om inzicht te krijgen in hoe persoonlijke en omgevingsfactoren (en de wisselwerking tussen die factoren) verklaren dat kinderen en jongeren ernstig antisociaal gedrag laten zien. Daarnaast wordt ingegaan op diverse interventies in de gezins
- en schoolomgeving die zijn gericht op het voorkómen van een antisociale ontwikkeling en/of op het positief ombuigen van een startende antisociale ontwikkeling. De cursus bestaat uit werkgroepen, colleges en zelfstudie. Elke week staat een bepaald thema centraal dat mogelijk onderliggend is aan de ontwikkeling van antisociaal gedrag en jeugddelinquentie. Aan de hand van "state of the art" empirische evidentie (literatuur) en aan de hand van casusmateriaal dat wordt gebruikt in de werkgroepen, wordt bestudeerd welke rol dat desbetreffende thema speelt in de antisociale ontwikkeling van jeugdigen. Tevens wordt bekeken in hoeverre dat aspect het gedrag van de persoon uit de casus kan verklaren. Diverse (preventieve) interventieprogramma’s gericht op thuis, school en kind factoren worden besproken. Cruciaal is dat dit een theoretisch georiënteerde cursus is die zich niet primair richt op het aanleren van praktische vaardigheden voor de klinische praktijk. In plaats daarvan is het doel van deze cursus primair om je te helpen een dieper begrip te ontwikkelen van ontwikkelingstheorieën en wetenschappelijke literatuur met betrekking tot gedragsproblemen. We passen deze kennis toe op klinische gevallen en overwegen implicaties voor interventie, maar dit is geen cursus klinische vaardigheden. Thema'sManifestatie, risicofactoren en consequentiesOuders, peers en school-omgevingMoreel affect en persoonlijkheidStress en traumaNeuropsychologische factorenWisselwerking tussen genetische factoren en omgevingOntwikkelingscascades

Teaching Methods

Dit vak is opgebouwd uit inhoudelijke colleges en werkgroepbijeenkomsten. Voor de colleges geldt geen aanwezigheidsplicht, maar bij de werkgroepsbijeenkomsten is aanwezigheid bij minstens zes bijeenkomsten verplicht. Van alle leden van de werkgroep wordt actieve participatie verwacht, zowel voor wat betreft het voorbereiden van de bijeenkomsten als in de bijeenkomsten zelf. In de werkgroepen wordt aan de hand van discussies en opdrachten verdiepend en verbredend op de literatuur en de collegestof ingegaan, en wordt de kennis toegepast op een casus. De hoorcolleges en werkgroepen worden niet opgenomen.

Method of Assessment

Je slaagt voor deze cursus als je aan de volgende eisen voldoet:Voldoende tentamen (≥5.5)Voldoende werkgroep voorbereiding (Halen/Zakken)Voldoende werkgroep aanwezigheid (Halen/Zakken)Tentamen De toetsing vindt plaats via een take home tentamen (THT). Het THT wordt op vrijdag 13 december op 17:00 online gezet. Je levert het THT uiterlijk vrijdag 20 december (23.59 uur) in. Zowel bij een onvoldoende als bij een voldoende voor de eerste gelegenheid, kan het tentamen worden herkanst. De datum van de herkansing wordt in december bekendgemaakt. Voor deelnemers aan de herkansing van het tentamen wordt het in de herkansing behaalde cijfer gebruikt bij de berekening van het eindcijfer, dus het laatst behaalde cijfer telt. Hou er verder rekening mee dat als je eindcijfer voor een vak via een herkansing tot stand is gekomen, er geen mogelijkheid meer is om het judicium cum laude te behalen. Werkgroepen voorbereiding en aanwezigheid Het bijwonen van, voorbereiden en deelnemen aan werkgroepen is verplicht. Je moet zich op elke tutorial voorbereiden door de toegewezen literatuur te lezen en de toegewezen Perusall-opdrachten te maken. Je mag één Perusall-opdracht missen. Je mag ook één werkgroep missen, maar het is belangrijk om zo snel mogelijk met je docent te communiceren over je afwezigheid. Je moet dan ook een extra opdracht maken om deze afwezigheid te compenseren. De compenserende opdracht moet binnen de in Canvas aangegeven deadline zijn ingeleverd en op een voldoende (≥5,5) niveau zijn behaald. Meer dan een kwartier te laat komen en/of niet goed voorbereid zijn (d.w.z. onvolledige 'voorbereiden werkgroepen' opdrachten), wordt ook als afwezigheid beschouwd. Als je twee of meer werkgroepen mist, ben je gezakt voor de aanwezigheidsplicht van het werkgroep en kun je niet slagen voor het vak, ook al is je examenscore voldoende. Voldoe je niet aan de aawezigheidsplicht, dan wordt je vakcijfer als NS of NVD geregistreerd op VU-web.

Literature

De literatuur bestaat uit artikelen die fungeren als basis voor
- en aanvulling op
- de colleges en werkgroepen en als basis voor het tentamen. Neem deze literatuur (digitaal of op papier) mee naar de werkgroepen.

Target Audience

Deze cursus is bedoeld voor studenten van het mastertraject Klinische Ontwikkelingspsychologie van de masteropleiding Psychologie. De kennis uit deze cursus heb je nodig indien je verder wilt in het beroepsveld waarin je te maken krijgt met kinderen en adolescenten met (ernstige) gedragsproblematiek en hun ouders, zoals in de forensische jeugdzorg en de eerstelijnszorg, of als GZ-psycholoog of schoolpsycholoog. Daarnaast is het ook nuttige kennis indien je als beleidsmedewerker in de jeugdzorg aan de slag wilt of indien je je verder wilt specialiseren in onderzoek naar de ontwikkeling van antisociaal gedrag en jeugddelinquentie.jeugddelinquentie.

Additional Information

Fraude In deze cursus hanteren we het universitaire beleid met betrekking tot fraude: Indien bij het afleggen van een tentamen van een examen(onderdeel) fraude wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit schriftelijk vastgelegd. Onder fraude wordt onder meer verstaan: afkijken, (elektronisch) verstopte aantekeningen overschrijven en AI gebruik. Indien bij het maken van een opdracht, werkstuk of these, plagiaat wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit schriftelijk meegedeeld aan de student. Plagiaat betekent “het al dan niet opzettelijk overnemen van werk of gedachtegoed van anderen (inclusief medestudenten!) en dit laten doorgaan voor eigen werk. Dit laatste impliceert dus de afwezigheid van een correcte bronvermelding” (Handboek Onderwijskwaliteit VU, 2008, p.3). De (bewijs)stukken worden zo spoedig mogelijk naar de Examencommissie Psychologie gezonden, die na de student gehoord te hebben een uitspraak doet. Voor sancties zie de Regels en Richtlijnen van de examencommissie.

Entry Requirements

Deze cursus bouwt voort op cursussen waarin de manifestatie, de etiologie, het beloop en de gevolgen van antisociaal gedrag en gerelateerde stoornissen zoals de oppositioneel opstandige stoornis (ODD) en de normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD) bij kinderen en jeugdigen globaal zijn behandeld. Voorbeelden zijn de VU bachelor psychologiecursussen Inleiding Psychologie en Ontwikkelingspsychologie en Psychopathologie (B1) en Emotie, Cognitie en Gedrag vanuit Klinisch Perspectief (B2). Studenten die een VU bachelor psychologie hebben gedaan hebben in die vakken inzicht verkregen in omgevings-(ouders en leeftijdsgenoten) en persoonlijke factoren die de ontwikkeling van jeugdigen positief of negatief kunnen beïnvloeden. Onderwerpen als de gehechtheidstheorie, opvoedingsstijlen en ouder-kind relaties en relaties met leeftijdsgenoten zijn in die cursussen aan de orde gekomen. Verder zijn onderwerpen als (epi)genetica, psychofysiologie en hersenstructuren en -processen behandeld in vakken als Biologische en Cognitieve Psychologie, Neuropsychologie en Samenspel van Genen en Omgeving. In de cursus Jeugddelinquentie en Antisociale Ontwikkeling wordt specifiek ingegaan op hoe bovenstaande factoren een rol spelen in de ontwikkeling van ernstig antisociaal gedrag. Daarnaast is er aandacht voor interventieprogramma’s. Er wordt daarbij verwacht dat je de volgende voorkennis paraat hebt:kennis van de manifestatie van de oppositioneel opstandige gedragsstoornis en de normoverschrijdend-gedragsstoornis;algemene kennis van de relatie met ouders, bijvoorbeeld gehechtheidstypes, ouder-kind interacties en opvoedingsstijlen;algemene kennis van relaties met leeftijdsgenoten, o.a.: vriendschappen, deviante vrienden, pesten en slachtofferschap, populariteit en sociale preferentie alsmede sociale status categorieën van kinderen in een groep (afgewezen, populair, buitengesloten, controversieel);algemene kennis van de biologische psychologie , o.a., (epi)genetica; psychofysiologie, o.a. stress-systemen; en van de neuropsychologie, o.a. anatomie van de hersenen, executieve functies.kennis van in de ontwikkelingspsychologie gangbare longitudinale en cross-sectionele onderzoeksdesigns

Explanation Canvas

Tijdens deze cursus gebruiken we Canvas. Je vindt daar o.a deze handleiding, belangrijke mededelingen, het draaiboek voor de werkgroepsbijeenkomsten, alsmede verwijzingen naar interessante additionele informatie. Verder worden na afloop van elk college de collegeslides op Canvas geplaatst. Kijk dus geregeld op de Canvas pagina.
Academic year1/09/2531/08/26
Course level6.00 EC

Language of Tuition

  • Dutch

Study type

  • Master