URL study guide

https://studiegids.vu.nl/en/courses/2024-2025/T_M1LMONDI

Course Objective

1.1 (4), 1.2 (3), 1.3 (4), 1.4 (3), 1.5 (3) 1.6 (3),1.7 (4), 1.8 (4), 1.9 (3), 1.10 (2), 1.11 (3), 1.12 (2), 1.13 (3), 1.14 (2), 1.15 (2), 1.16 (3), 1.17 (2), 1.18 (3), 1.19 (3), 1.20 (3), 1.21 (3), 1.22 (3), 1.23 (3), 1.24 (4), 1.25 (3) 1.26 (4), 1.28 (3), 1.29 (4), 1.30 (4), 1.31 (4), 1.32 (3), 1.33 (4), 1.34 (3), 1.35 (3), 1.37 (3), 1.39 (3) , 1.40 (3), 1.41 (3), 1.42 (2), 1.44 (3), 1.48 (2), 1.51 (3) 2.1 (4), 2.2 (3), 2.3 (4), 2.4 (3), 2.5 (4), 2.6 (4), 2.7 (4), 2.8 (2) 3.1 (3), 3.2( 4), 3.3 (3), 3.4 (3), 3.5 (3), 3.6 (3), 3.7 (2), 3.8 (3), 3.9 (3) 4.1 (3), 4.2 (3), 4.3 (4), 4.4 (3), 4.5 (3), 4.6 (3), 4.7 (3), 4.8 (3), 4.9 (3), 4.10 (3) 5.1 (3), 5.2 (3), 5.3 (3), 5.4(2), 5.5 (3), 5.6 (3) 6.1 (3), 6.2 (3), 6.3 (2), 6.4 (3), 6.5 (2), 6.6 (3), 6.7 (4), 6.8 (3), 6.9 (3), 6.10 (4), 6.11 (4), 6.12 (3) 7.1 (4), 7.2 (3), 7.3 (4), 7.4 (3), 7.5 (4), 7.6 (4), 7.7 (3), 7.8 (4), 7.9 (3), 7.10 (3), 7.11 (3), 7.12 (3), 7.13 (3), 7.14 (4), 7.15 (3). Voor een verklaring van de competenties zie de OER.

Course Content

De Lijn integrale mondzorg (IM) I bestaat uit vier onderdelen, te weten:
- Klinisch practicum
- Klinisch Wetenschappelijke Scholing
- Zorgmanagement
- Professionele Ontwikkeling Klinisch practicum Het klinisch onderwijs van de Lijn IM I is georganiseerd in twee onderdelen; het IM-basisprogramma en het IM+ programma. In het IM basisprogramma wordt de mondzorg over de gehele breedte uitgevoerd in verschillende praktijken. De nadruk ligt hier op een gestructureerde en waar nodig gefaseerde aanpak van mondzorg bij de individuele patiënt. Dit gebeurt in het kader van een zorgplan, opgesteld volgens de UMO
- (Uitgebreid Mond Onderzoek) systematiek. Het team van een praktijk wordt gevormd door eerstejaars masterstudenten, tweedejaars masterstudenten en tandartsdocent(en). Consulenten vanuit verschillende secties bieden ondersteuning. De sectie Orale Geneeskunde faciliteert een MTI-patiënten voorbespreking. Hier wordt aandacht besteed aan de medische anamnese en aan mogelijke medisch-tandheelkundige interacties van patiënten die gedurende het klinisch practicum worden behandeld. In het IM+ programma ligt de nadruk op patiëntenzorg in een specifiek deelgebied van de mondzorg. Naast de klinische activiteiten zijn er aanvullende niet-patiëntgebonden oefeningen op fantoom of simodont beschikbaar, waarmee klinische vaardigheden worden getraind. Klinisch Wetenschappelijke scholing Tijdens de werkgroepen Klinisch Wetenschappelijke Scholing staat het diagnostisch proces met als vaste onderdelen de anamnese, het klinisch en vervolgonderzoek, de diagnose, en het zorg
- en behandelplan centraal. Zorgplanning vormt de basis voor de te verlenen zorg gedurende het klinisch practicum. Tijdens de KWS-werkgroepen leert de student de zorgplanning toe te passen op oefencasussen en casuïstiek die de student is tegengekomen in het klinisch practicum. De student past tijdens deze werkgroepen kennis en vaardigheden toe die in de verschillende blokken en lijnen aan bod zijn geweest en presenteert, op een interactieve wijze, casuïstiek aan (aanstaande) collega’s en is in staat om gemaakte keuzes te beargumenteren en te onderbouwen met richtlijnen of wetenschappelijke literatuur. Daarnaast wordt de inhoud van de tandheelkundige (KIMO) richtlijnen onderwezen. Zorgmanagement Tijdens de werkgroepen Zorgmanagement staat het coördineren van de te verlenen mondzorg centraal. Alle studenten uit een team zijn zorgmanager voor een aantal patiënten uit de praktijk, zij bewaken in deze rol het zorgproces voor deze patiënten. Hierbij zijn ze zich bewust van de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van zorgverleners (mondhygiënist, tandarts etc.). De student leert om zorg efficiënt en doelmatig te plannen en neemt verantwoordelijkheid voor de verslaglegging in het patiëntendossier. Daarnaast worden behandelingen gezamenlijk voor
- en/of nabesproken. De kliniekassistenten bieden ondersteuning bij de zorgmanagementtaken. Professionele Ontwikkeling In dit onderwijsonderdeel wordt stilgestaan bij de professionele identiteitsvorming. De student wordt door een coach begeleid bij het zelfgestuurd leren met behulp van het schrijven van persoonlijke ontwikkelplannen (POP). Hierin baseert de student zijn/haar reflectie op de eigen ontwikkeling onder meer door te kijken naar de feedback vanuit de verschillende onderwijsonderdelen van de Lijn IM en 360-graden feedback. De student voert regelmatig individuele gesprekken op basis van het POP met de coach. Tijdens de groepsbijeenkomsten worden met behulp van intervisie professionele ervaringen en dilemma’s in de groep besproken onder leiding van een coach (coachbijeenkomsten). Ook komen verschillende aan professionaliteit gerelateerde thema’s aan bod in bijeenkomsten zonder coach (themabijeenkomsten) waarbij de groep een opdracht inlevert.

Teaching Methods

Practicum, werkgroep, hoorcollege, zelfstudie

Method of Assessment

Toetsing in de Lijn IM I is opgezet volgens de principes van programmatisch toetsen. Dit houdt in dat gedurende de gehele onderwijsperiode feedbackformulieren worden opgeslagen in het digitale portfolio. Tussentijds zal de voortgang op basis van de reeds verzamelde feedback worden gemonitord en gestuurd. Deze tussentijdse beoordeling is formatief. Op het einde van de lijn IM I laat de student met het portfolio zien dat hij/zij bekwaam is op de competenties passend bij het eindniveau van master 1. De klinische vaardigheden worden getoetst aan de hand van de Entrustable Professional Activities (EPA’s) systematiek. De 14 EPA’s zijn samenhangende beroepsactiviteiten die samen de kern vormen van de tandheelkundige professie. Bij het werken volgens de EPA-systematiek staat het stapsgewijs toewerken naar zelfstandigheid centraal. Om de ontwikkeling in de EPA’s zichtbaar te maken worden 2 typen feedbackformulieren gebruikt:
• EPA Patiëntgebonden activiteit
• EPA Niet-patiëntgebonden activiteit Gedurende het klinisch practicum van de Lijn IM I staan de volgende EPA’s centraal: EPA 1, EPA 2, EPA 4, EPA 5, EPA 7, EPA 10 en EPA 11. Het gewenste eindniveau voor de lijn IM I is per EPA weergegeven in Canvas. De beoordeling van de Lijn IM I wordt bepaald aan de hand van de prestaties binnen alle onderdelen van het vak. Tevens worden de geregistreerde ontwikkelpunten t.a.v. professioneel gedrag meegewogen. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden: 1. Er is 100% deelgenomen aan de geroosterde practica en werkgroepen. 2. Er zijn geen openstaande meldingen onprofessioneel gedrag bij de commissie PG. 3. De verplichte overall toets is met een voldoende afgerond. 4. De student heeft adequate zorg verleent en de bijkomende zorg gerelateerde taken uitgevoerd. 5. De student heeft, bij benadering, de verrichtingen uitgevoerd waarvoor een richtlijn geldt. Deze normen zijn vastgelegd in de digitale leeromgeving op Canvas. 6. De individuele ontwikkeling is zichtbaar gemaakt in het portfolio met het benodigde aantal EPA-formulieren. Er geldt een totaal norm en normen voor het aantal formulieren per EPA, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen patiëntgebonden en niet-patiëntgebonden formulieren. Niet alleen het aantal uitgevoerde EPA’s wordt beoordeeld, maar ook de moeilijkheidsgraad van de uitgevoerde EPA’s in relatie tot het bereikte supervisieniveau. Deze normen zijn vastgelegd in de digitale leeromgeving op de Canvaspagina van de Lijn Integrale Mondzorg. 7. De individuele ontwikkeling is zichtbaar gemaakt in het portfolio met de overige feedbackformulieren. De feedbackformulieren die minimaal in het portfolio moeten worden opgenomen staan beschreven in de digitale leeromgeving op Canvas. Totstandkoming eindoordeel Het eindoordeel van de Lijn IM I (o/v/g) wordt aan het einde van de lijn vastgesteld. De docenten van de verschillende onderwijsonderdelen van IM geven een voorlopige eindbeoordeling per onderdeel. Vervolgens voert een panel van docenten een kwaliteitscontrole uit en geeft advies over de eindbeoordeling aan de examinator. De examinator stelt de definitieve eindbeoordeling vast. Indien op basis van het ingeleverde portfolio het eindoordeel onvoldoende is, stelt de examinator op basis van het advies van het panel van docenten een reparatieopdracht vast. De reparatieopdracht wordt individueel afgestemd op dat wat de student nodig heeft om voldoende ontwikkeling / competentie aan te kunnen tonen. De reparatieopdracht kan bestaan uit: o aanvulling van het portfolio op een enkel onderdeel o aanvulling van het portfolio op meerdere onderdelen o opnieuw volgen van de gehele lijn

Additional Information


- Indien een student een aaneengesloten periode van zes maanden of meer niet heeft deelgenomen aan een klinisch practicum c.q. de patiënten behandeling van een onderwijsonderdeel, dan is de student verplicht een proeve van bekwaamheid af te leggen, alvorens het practicum kan worden hervat. De proeve van bekwaamheid wordt in overleg met de examencommissie en de chef de Clinique vastgesteld en dient met een voldoende te worden voldaan alvorens er gestart kan worden aan het klinisch practicum.
- Compensatie van gemiste practica en werkgroepen is mogelijk gedurende onderwijsvrije weken op basis van beschikbaarheid.
- Indien aan voorwaarden 2, 3, 4, 5, en 6 is voldaan is afwezigheid door overmacht bespreekbaar.
- Bij deelname aan het klinisch practicum dienen de richtlijnen zoals omschreven in de richtlijnen voor de kliniek (zie ACTA zorgnet) te worden gevolgd.
- Een voldoende resultaat voor de niet-patiënt-gebonden toets wortelkanaalbehandeling, onderdeel van de Lijn klinische verdieping I (Ma1), is voorwaarde voor het mogen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen bij patiënten.
- Een voldoende resultaat voor de Lijn uitneembare voorzieningen (Ma1), is een voorwaarde voor het vervaardigen van prothetische werkstukken bij patiënten.
- Aan het eind van de masteropleiding moet worden voldaan aan de vastgestelde uitstroomeis. Dit betreft het behalen van een minimumnorm op een aantal specifieke verrichtingen. De verrichtingen behorende bij de minimumnormen kunnen tijdens alle onderwijsmodules worden verzameld, zo ook tijdens het klinisch practicum van de Lijn IM I. De beschrijving van de uitstroomeis is opgenomen in de studiegids bij de Lijn academische groepspraktijk en wordt daarnaast weergegeven op de Canvaspagina van de Lijn IM.
Academic year1/09/2431/08/25
Course level22.00 EC

Language of Tuition

  • Dutch