URL study guide
https://studiegids.vu.nl/en/courses/2024-2025/T_M2LINTMZ2Course Objective
Leerdoelen Het Profiel mondzorgprofessional aan het einde van de opleiding uit het Raamplan mondzorg 2020 (p. 22-24) vormt de basis voor de leerdoelen voor de Lijnen Integrale Mondzorg I, II en III. De leerdoelen zijn per competentiegebied vastgesteld. De student: Competentiegebied 1 – Vakinhoudelijk handelen · bezit een breed kennis- en vaardighedenpakket uit het mondzorg en medisch-psychosociaal kennisdomein · inventariseert en analyseert problemen in het orofaciale gebied en stelt op basis hiervan een zorg
- en behandelplan op passend bij de zorg en welzijn van de individuele patiënt · betrekt bij het opstellen van het zorgplan het functioneren, de veerkracht en de mogelijkheden en beperkingen (inclusief de financiële) van de individuele patiënt, diens medische en psychosociale status en de te verwachte relevante veranderingen hierin · stelt preventie en zelfzorg voorop en voert behandelingen uit die gericht op het herstel van de mondgezondheid Competentiegebied 2
- Communicatie · bezit professionele communicatieve vaardigheden en gebruikt verschillende vormen van communicatie, daarbij rekening houdend met de privacy van de patiënt · respecteert de rechten en wensen van de patiënt, bouwt een doeltreffende relatie op en stemt de zorg en behandelplanning hierop af en licht dit toe aan de patiënt en zijn naasten · communiceert op adequate en effectieve wijze met andere (mond)zorgprofessionals en met anderenin de algemene gezondheidszorgsectoren en welzijn Competentiegebied 3
- Samenwerking · betrekt de patiënt bij het vaststellen van het zorg
- en behandelplan (shared decision making) · kent de competenties van de verschillende mondzorgprofessionals en stelt gezamenlijk met andere mondzorgprofessionals een zorgplan op en maakt een verantwoorde keuze voor de verdeling van de zorg op basis van de te verwachten complexiteit van de zorgvraag en de samenstelling van het team · ziet de mondzorg als een deel van de algehele gezondheidszorg en bouwt een collegiale samenwerking op, verwijst en werkt doeltreffend samen in een multidisciplinair samenwerkingsverband om te komen tot besluitvorming rond optimale zorg · werkt doeltreffend samen met patiënten, patiëntengroepen en andere werkers in de algemene gezondheidszorgsectoren en welzijn Competentiegebied 4 – Kennis en wetenschap · neemt klinische beslissingen waar mogelijk op wetenschappelijk verantwoorde wijze, toetst zijn/haar kennis en vaardigheden aan de stand der wetenschap · erkent het belang van levenslang leren en volgt hierbij de professionele standaard Competentiegebied 5 – Maatschappelijk handelen · werkt vanuit een duidelijke visie op de gezondheid in het algemeen en de mondgezondheid in het bijzonder, als onderdeel van de algehele gezondheid en het welzijn van de patiënt · bevordert en ondersteunt het functioneren, de veerkracht en de autonomie van de individuele patiënt en signaleert belemmeringen dan wel problemen hierin · erkent en bepleit actief het belang van preventieve mondzorg voor de individuele patiënt Competentiegebied 6
- Organisatie · draagt bij en/of geeft leiding aan de praktijkvorm waarin hij/zij werkt en zorgt voor een optimale organisatie van de mondzorg · is verantwoordelijk voor en/of draagt bij aan organisatorische gerelateerde aspecten als kwaliteitszorg, patiëntveiligheid en risico-inventarisaties · stemt op een verantwoorde wijze taken onderling op elkaar af Competentiegebied 7 – Professionaliteit en kwaliteit · levert zorg van goede kwaliteit en van goed niveau, die veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is, tijdig wordt verleend, en is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt; neemt de rechten van de patiënt in acht en behandelt de patiënt met respect · neemt verantwoordelijkheid voor de zorg van de patiënt, handelt ethisch en integer · toont reflectieve vaardigheden, is zelfkritisch en legt verantwoording af · houdt rekening met praktijkrichtlijnen en standaarden en het Nederlandse wettelijk kader · kent de grenzen van zijn eigen competenties en handelt daarnaar · integreert de verschillende medisch-psychosociale en tandheelkundige competentiegebieden in de zorg voor patiënten · neemt verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid en ziet toe op die van medestudenten Deze leerdoelen behoren bij de volgende competenties: 1.1 (4); 1.2 (4); 1.3 (4); 1.4 (4); 1.5 (4); 1.6 (4); 1.7 (4); 1.8 (4); 1.9 (4); 1.10 (4); 1.13 (4); 1.14 (3); 1.15 (3); 1.16 (4); 1.18 (4); 1.19 (4); 1.20 (4); 1.21 (4); 1.22 (4); 1.23 (4); 1.25 (3); 1.28 (4); 1.29 (4); 1.30 (4); 1.31 (4); 1.33 (4); 1.34 (4); 1.35 (4); 1.37 (4); 1.39 (4); 1.40 (4); 1.44 (3); 1.48 (4); 1.50 (3); 1.51 (4) 2.1 (4); 2.2 (4); 2.3 (4); 2.4 (4); 2.5 (4); 2.6 (4); 2.7 (4) 3.2 (4); 3.3 (4); 3.4 (3); 3.5 (4); 3.6 (4); 3.8 (3); 3.9 (4) 4.1 (4); 4.2 (4); 4.3 (4); 4.4 (4); 4.6 (4); 4.7 (4); 4.8 (4); 4.9 (4); 4.10 (4) 5.1 (4); 5.2 (4); 5.3 (4) 6.4 (4); 6.6 (4); 6.7 (4); 6.8 (4); 6.9 (4); 6.10 (4); 6.11 (4); 6.12 (4) 7.1 (4); 7.2 (4); 7.3 (4); 7.4 (4); 7.5 (4); 7.6 (4); 7.7 (4); 7.8 (4); 7.9 (4); 7.10 (4); 7.12 (4); 7.13 (4); 7.14 (4); 7.15 (4) Voor een verklaring van de competenties zie OER.
Course Content
De Lijn integrale mondzorg (IM) II bestaat uit drie onderdelen: Klinisch practicum, Klinisch Wetenschappelijke Scholing en Zorgmanagement. Klinisch Practicum In het klinisch practicum voer je mondzorg uit over de gehele breedte en in je vaste IM-team, dat bestaat uit eerstejaars masterstudenten, tweedejaars masterstudenten en tandartsdocent(en). De nadruk ligt op een gestructureerde en waar nodig gefaseerde aanpak van mondzorg bij de individuele patiënt. Je volgt hierbij de zorgplanning systematiek. Consulenten vanuit verschillende secties bieden ondersteuning. Tijdens de MTI-voorbespreking bespreek je met de sectie Orale Geneeskunde de medische anamnese en mogelijke medisch-tandheelkundige interacties van patiënten die je gedurende het klinisch practicum behandelt. Naast de klinische activiteiten voer je aanvullende niet-patiëntgebonden oefeningen op fantoom of simodont uit, waarmee je je klinische vaardigheden traint. Klinisch Wetenschappelijke Scholing In het onderdeel Klinisch Wetenschappelijke Scholing leer je de zorgplanning toe te passen op oefencasussen en casuïstiek die je bent tegengekomen in het klinisch practicum. Tijdens de werkgroepen pas je je kennis en vaardigheden toe die in de verschillende blokken en lijnen aan bod zijn geweest en je presenteert, op een interactieve wijze, casuïstiek aan (aanstaande) collega’s waarbij je je keuzes beargumenteert en onderbouwt met richtlijnen of wetenschappelijke literatuur. Ook voer je klassikale en schriftelijke opdrachten uit over klinische richtlijnen en andere kwaliteitsinstrumenten in de mondzorg en past deze toe op casuïstiek. Zorgmanagement In het onderdeel Zorgmanagement leer je om de te verlenen mondzorg te coördineren. Je bent zorgmanager voor een aantal patiënten en bewaakt in deze rol het zorgproces voor deze patiënten. Hiervoor voer je aantal keer per jaar een schriftelijke opdracht uit. Als zorgmanager ben je je bewust van de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van zorgverleners (mondhygiënist, tandarts etc.). Je leert om zorg efficiënt en doelmatig te plannen en neemt verantwoordelijkheid voor de verslaglegging in het patiëntendossier. Daarnaast bespreek je de behandelingen gezamenlijk voor- en/of na. De kliniekassistenten ondersteunen je bij je zorgmanagementtaken. Tijdens LIM II ben je gedurende een periode teamleider. Dan ben je voorman/voorvrouw van het team en fungeer je als aanspreekpunt voor de kliniekassistenten, de chef de Clinique, de tandarts-docenten en de onderwijscoördinator(en).
Teaching Methods
Hoorcollege (introductie), klinisch practicum, werkgroepen, individuele gesprekken en (schriftelijke) opdrachten.Method of Assessment
Toetsing in de Lijn Integrale Mondzorg II is opgezet volgens de principes van programmatisch toetsen. Je laat gedurende de onderwijsperiode feedbackformulieren invullen en slaat deze beoordelingen op in je digitale portfolio. Bij je tussentijdse beoordeling kijken we naar je voortgang op basis van de feedback in je portfolio. Deze tussentijdse beoordeling is formatief. Op het einde van de lijn IM II laat je met het portfolio zien dat je bekwaam bent op de eindniveaus van de competenties die passen bij master 2. We toetsen je klinische vaardigheden aan de hand van Entrustable Professional Activities (EPA’s). De 13 EPA’s zijn samenhangende beroepsactiviteiten die samen de kern vormen van de tandheelkundige professie. Volgens de EPA-systematiek werk je stapsgewijs toe naar zoveel mogelijk zelfstandigheid. Om je ontwikkeling zichtbaar te maken gebruik je twee typen EPA feedbackformulieren: Patiëntgebonden activiteiten en Niet-patiëntgebonden activiteiten. Tijdens het klinisch practicum van de Lijn integrale mondzorg I staan de EPA’s 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8&9, 10 en 12 centraal. Je prestaties binnen de drie onderdelen van de Lijn IM II bepalen je beoordeling. Voor het onderdeel klinisch practicum kijken we niet alleen naar het aantal uitgevoerde EPA’s, maar ook naar de moeilijkheidsgraad in relatie tot je supervisieniveau. Ook kijken we naar je ontwikkelpunten op het gebied van professioneel gedrag in je portfolio. Je kunt op Canvas de criteria vinden waarop we je beoordelen bij de tussentijdse beoordeling en de eindbeoordeling. Totstandkoming eindoordeel Hoe stellen we aan het einde van het academische jaar je eindoordeel van de Lijn IM II (o/v/g) vast? 1. Eerst geven de docenten van de drie onderwijsonderdelen van IM voorlopige eindbeoordelingen. 2. Daarna voert een panel van docenten een kwaliteitscontrole uit en adviseert de examinator over de eindbeoordeling. 3. De examinator stelt je definitieve eindbeoordeling vast op basis van je individuele ontwikkeling in het portfolio. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: 1. Je hebt 100% deelgenomen aan de geroosterde practica en werkgroepen. 2. Je hebt geen openstaande meldingen professioneel gedrag vanuit LIM II bij de commissie PG. 3. Je hebt adequate zorg verleend en de bijkomende zorg gerelateerde taken uitgevoerd. 4. Je hebt de practicumtijd effectief en efficiënt benut. 5. Je hebt de MTI-opdracht met een voldoende afgerond (deelname voorbesprekingen). 6. Je hebt, bij benadering, de verrichtingen uitgevoerd waarvoor een richtlijn geldt. Daarnaast gelden voor sommige verrichtingen jaaroverstijgende normen die je tijdens de opvolgende Lijnen Integrale Mondzorg (LIM I, II of III) moet behalen. Voor deze verrichtingen hanteren we verdeelinstructies waarbij studenten in het jaar dat het dichtst bij afstuderen staat in principe voorrang hebben. Aan het eind van LIM III toetsen we of je de jaaroverstijgende normen hebt behaald. 7. Je hebt je individuele ontwikkeling zichtbaar gemaakt in het portfolio met het benodigde aantal EPA-formulieren. Er geldt een totaalnorm en normen voor het aantal formulieren per EPA, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen patiëntgebonden en niet-patiëntgebonden formulieren. 8. Je hebt je individuele ontwikkeling zichtbaar gemaakt in het portfolio met de overige feedbackformulieren. Op de Canvaspagina van de Lijn Integrale Mondzorg staan de normen voor de MTI-opdracht bij voorwaarde 5, de (jaaroverstijgende) richtlijnen voor verrichtingen bij voorwaarde 6, de normen voor het (totaal) aantal EPA-formulieren bij voorwaarde 7 en de overige feedbackformulieren die je portfolio minimaal moet bevatten bij voorwaarde 8. Remediëring Is je eindoordeel op basis van het ingeleverde portfolio onvoldoende, dan stelt de examinator op advies van het panel van docenten een remediëringsopdracht of remediëringstraject vast. We stemmen de remediëring af op wat je nog nodig hebt om voldoende ontwikkeling/competentie aan te kunnen tonen. De remediëring kan eruit bestaan dat je je portfolio aanvult op een enkel onderdeel of op meer onderdelen of dat je de lijn opnieuw gaat volgen voor de duur van tenminste een semester.Additional Information
· Heb je tijdens een aaneengesloten periode van zes maanden of meer niet deelgenomen aan een klinisch practicum of de patiënten behandeling van een onderwijsonderdeel? Dan moet je eerst een proeve van bekwaamheid met een voldoende afronden voordat je weer kan deelnemen aan het klinisch practicum. Een beschrijving van deze regeling staat in de OER. · Je kunt gemiste practica en werkgroepen compenseren tijdens onderwijsvrije weken op basis van beschikbaarheid. · Heb je aan de voorwaarden 2 t/m 8 voldaan? Dan is gedeeltelijke vrijstelling voor aanwezigheid (voorwaarde 1) vanwege overmacht bespreekbaar. · Tijdens het klinisch practicum moet je de richtlijnen en werkinstructies voor de kliniek volgen, zoals gepubliceerd op Zenya.Entry Requirements
· Je moet de niet-patiënt-gebonden toets wortelkanaalbehandeling, onderdeel van de Ma1-Lijn klinische verdieping I, met een voldoende hebben afgerond, als voorwaarde voor het mogen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen bij patiënten. · Je moet de Ma1-Lijn uitneembare voorzieningen met een voldoende hebben afgerond als voorwaarde voor het mogen vervaardigen van prothetische werkstukken bij patiënten.Language of Tuition
- Dutch