https://studiegids.vu.nl/en/courses/2024-2025/L_NNMALTK002Verdieping of verbreding van de tijdens de bachelorstudie opgedane kennis met betrekking tot het onderwerp van het vak. Het vak kan uitgangspunt zijn voor de masterscriptie.Op basis van een literatuurlijst verkent, verdiept en/of verbreedt de student zijn/haar kennis van één of meer auteurs uit de moderne letterkunde, bijvoorbeeld Multatuli, Couperus, Hermans, Ilja Pfeijffer, Carry van Bruggen of M. Vasalis of een specifiek onderwerp uit de moderne letterkunde: postkoloniale romans, de Joodse stadsroman, de Tweede Wereldoorlog in de literatuur of literaire reisverhalen. De mogelijkheid bestaat ook dat een centraal onderwerp wordt gekozen. Dit wordt aan het begin van het college met de studenten besproken.Dit vak vraagt een grote mate van zelfstandigheid. Er zijn twee opties: meestal bestudeert de student de primaire en secundaire literatuur grotendeels zelfstandig en zijn er een of twee tussentijdse besprekingen met de begeleidend docent. Soms wordt een centraal onderwerp gekozen voor een grotere groep studenten en dan zijn er meer bijeenkomsten. De precieze vorm van het vak wordt aan het begin van het college besproken. Dat geldt ook voor de vorm van de toetsing.De toetsvorm wordt in overleg met de student vastgesteld. Het vak kan worden afgesloten met een schriftelijk werkstuk, maar ook met een mondeling tentamen op basis van een aantal stellingen die door de student zijn geformuleerd naar aanleiding van de gelezen literatuur. Werkstuk of tentamen tellen in principe voor 80% mee voor het eindcijfer. Studenten houden ook een mondelinge presentatie over hun onderzoek (20% van het eindcijfer). Beide onderdelen moeten minimaal met een 5,5 beoordeeld zijn om het vak af te ronden. Het kan ook zijn dat andere toetsvormen en/of andere percentages worden gehanteerd. Die worden dan bij aanvang van het vak besproken en vervolgens op Canvas gepubliceerd.Afhankelijk van gekozen onderwerp.Masterstudenten Nederlandse letterkunde en het literaire veld. Overige belangstellende masterstudenten alleen na overleg met de betreffende docent.In het tweede semester van het jaar kiest de student ofwel voor een stage, ofwel voor twee vakken met een breed spectrum aan onderwerpen, ontleend aan het onderzoek en onderwijs van de betreffende docenten. Het andere vak heet "Werkcollege Oudere Letterkunde" en heeft als vakcode L_NOMALTK002. Studenten kunnen, wanneer ze kiezen voor deze vakken, direct contact opnemen met de beoogde docenten of, wanneer de docenten nog niet bekend zijn, met de coördinatoren van de vakken.