URL study guide
https://studiegids.vu.nl/en/courses/2024-2025/R_Verd.st.bCourse Objective
Het doel van dit vak is allereerst een verdieping van de in de bachelor verkregen inzichten in de juridische aspecten van wetgeving. Tevens is een doel van het vak het verwerven van vaardigheid in het analyseren, toetsen en opstellen van wettelijke regelingen. Eindtermen: 2-5, 9, 10, 14-16. Zie voor de eindtermen van de Master Rechtsgeleerdheid het Onderwijs- en Examenreglement Master Rechtsgeleerdheid.
Course Content
Voor een jurist is de wet het gereedschap waarmee gewerkt wordt. In zoverre is de wet een gegeven. Wetten zijn er nu eenmaal. Tijdens de rechtenstudie leert de student dan ook hoofdzakelijk hoe wetten moeten worden gelezen. Dat wetten ooit geschreven zijn om bepaalde doelen te realiseren komt niet, althans niet structureel, aan de orde. En dat wetten niet alleen via een grondwettelijke procedure tot stand komen, maar daarnaast heel praktisch door mensen in elkaar worden gezet, leeft bij de studenten wel ergens in het onderbewuste, maar speelt overigens geen rol in de juridische opleiding. Dat is een gemis. Ten eerste levert een vak wetgevingsleer een belangrijke bijdrage aan de vorming tot jurist. In ieder beroep is de jurist bezig met het lezen, uitleggen en toepassen van wetten. Door scholing in wetsanalyse, maar meer nog door het zelf opzetten van wettelijke regelingen, krijgt men een ruime ervaring in het snel doordringen tot de kern van wetgeving en juiste wetsuitleg. Maar ook bestaat voor de wetgevingsjurist een fraai carrièreperspectief. Bij ministeries, gemeenten en provincies bestaat grote behoefte aan juristen die zich specifiek met wetgeving bezig houden. Het vak biedt ook een goede voorbereiding op de Academie voor Wetgeving (www.academievoorwetgeving.nl), die door de Rijksoverheid is opgezet om wetgevingsjuristen bij op te leiden. In het vak Wetgeving worden de verschillende juridische aspecten van wetgeving en wettelijke voorschriften behandeld. Na een inleidend college over opzet en aanpak van het vak (slidecast) komt de constitutioneelrechtelijke kant van wetgeving aan de orde: de betekenis van de wetsfiguur in het licht van de beginselen van de democratische rechtsstaat. Hierbij wordt kritisch bezien in hoeverre wetten daadwerkelijk (kunnen) voldoen aan hetgeen er traditioneel van wordt verwacht (democratische legitimatie, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, machtenscheiding). Hierna wordt aandacht besteed aan de instrumentele functie van wetgeving. Wetten beogen doeleinden te realiseren: bestendiging of juist verandering van gedrag. Hoe los je files op? Door rekeningrijden, tolpoorten, een vrije baan voor auto’s met meerdere personen, subsidie op carpoolen, of door een maximumsnelheid van 80 km/u? En hoe zorg je dat mensen zich aan die maximumsnelheid houden? Bezien wordt welke effecten wetten kunnen hebben en hoe moet worden voorzien in handhaving. Ook wordt studenten geleerd te denken in alternatieven binnen wetgeving (verbod/gebod, vergunningstelsel, subsidie, strafrechtelijke, bestuursrechtelijke of privaatrechtelijke handhaving) en zelfs in alternatieven voor wetgeving (zelfregulering, convenanten, voorlichting). Vervolgens wordt meer precies gekeken naar aard en structuur van rechtsnormen (gebod, verbod, ontheffing, vergunning, aanspraak, definitie, bevoegdheid, fictie, etc.). Bij alle colleges wordt een hoorcollege via slidecast ter beschikking gesteld, waarna per week in een werkcollege word geoefend met en gediscussieerd over de stof. In het tweede deel wordt het vak meer praktisch van aard: in enkele stappen wordt toegewerkt naar het zelf ontwerpen van een wettelijke regeling. Het onderwerp daarvan wordt nog ingevuld, waarbij zoveel mogelijk op de actualiteit wordt ingespeeld. Om een indruk te geven: in het jaar 2006-2007 is op verzoek van de KNVB gewerkt aan het opstellen van een zogeheten ‘voetbalwet’, in 2007-2008 is gewerkt aan een regeling om beginnende (minderjarige) bestuurders alvast rijervaring op te laten doen. De afgelopen jaren kwamen de opdrachten vaak van het ministerie van Veiligheid en Justitie: in 2012-2013 werd een regeling gemaakt om het internetgokken te legaliseren, in 2013-2014 een Wet op de fondsenwerving, in 2014-2015 een wijziging van de Wet wapens en munitie, in 2015-2016 een regeling (in de Algemene wet bestuursrecht) van 'naming & shaming', in 2016-2017 een modernisering van de Wet inzake de strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid, en in 2017-2018 een wetsvoorstel dat de overlast door AirBNB-verhuur moet beperken. In 2020-2021 ging de clinic over de aanpak van uitbuiting van arbeidsmigranten (opdrachtgever: het ministerie van SZW). In het kader van deel II van het vak is ook een excursie voorzien naar de Academie voor Wetgeving en de Afdeling advisering van de Raad van State. Uit bovenstaande blijkt dat het vak bijdraagt aan alle vier de vormen van Law in Action.Teaching Methods
Zie bij de omschrijving van de inhoud van het vak. Het eerste deel kent twee werkvormen. De studenten krijgen per week (in totaal 6 keer) een algemene inleiding in de stof in de vorm van een slidecast, die men thuis moet bestuderen. Daarnaast is er wekelijks een hoor/werkcollege, waarin de kennis wordt verdiept en uitgelegd, mede aan de hand van thuis te maken bonusopdrachten. Het tweede deel bestaat uit het groepsgewijs schrijven van een eigen wetsvoorstel. Voorbereiding van en deelname aan de hoor/werkcolleges en practica is verplicht.Method of Assessment
Het vak wordt getoetst aan de hand van de volgende onderdelen:- Geroosterde schriftelijke toets.
- Werkstuk.
- Opdracht(en). Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten.
Literature
- S.E. Zijlstra, syllabus Het opstellen van wetgeving, verkrijgbaar via de docenten
- Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze worden tijdens het eerste college verkocht.
- Enige aanvullende literatuur op Canvas.
Target Audience
Behalve voor reguliere studenten staat het vak ook open voor bijvakkers en contractanten. Vakken van een masteropleiding van de faculteit zijn alleen te volgen als je beschikt over een diploma dat toegang geeft tot de betreffende master/afstudeerrichting.Custom Course Registration
GeenAdditional Information
Het behalen van een voldoende voor de toets aan het slot van deel I is vereist voor toegang tot deel II (de clinic)van dit vak. Lukt dat niet, dan kan de toets in januari of op afspraak worden herkanst: slaagt de student, dan kan deze aan de clinic van het volgende collegejaar meedoen. Deel II (het practicum) kan niet worden herkanst; wie dit niet met goed gevolg aflegt, kan het practicum in het volgende studiejaar volgenEntry Requirements
Let op: om aan deel II van dit vak (de clinic) te mogen meedoen, moet men een voldoende hebben behaald voor deel I.Recommended background knowledge
Een bachelor Rechtsgeleerdheid/Nederlands rechtExplanation Canvas
Canvas wordt op de gebruikelijke manier gebruiktLanguage of Tuition
- Dutch
Study type
- Master