Abstract
Hoe kunnen beelden van bodycams gedragen door politieagenten bijdragen aan de waarheidsvinding in strafzaken? In dit artikel wordt deze vraag vanuit zowel juridisch als rechtspsychologisch perspectief behandeld. Eerst wordt ingegaan op de vraag of en hoe politieambtenaren bodycambeelden thans gebruiken bij het schrijven van een proces-verbaal en welke effecten daarvan, op basis van rechtspsychologische literatuur, mogen worden verwacht. Vervolgens wordt een aantal uitspraken in strafzaken besproken waarin gebruik wordt gemaakt van bodycambeelden. Daarna wordt aandacht besteed aan de fundamentele vraag in hoeverre bodycambeelden überhaupt geschikt zijn om door rechter en opsporingsambtenaar als controlemiddel te worden gebruikt. Ten slotte wordt gereflecteerd op het voornemen van de wetgever om opsporingsambtenaren toe te staan om het opmaken van een proces-verbaal uit te stellen indien op een opname is vastgelegd ‘wat door hen tot opsporing is verricht of bevonden’.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 2021/906 |
Pages (from-to) | 966-973 |
Number of pages | 8 |
Journal | Nederlands Juristenblad |
Volume | 2021 |
Issue number | 13 |
Early online date | 29 Mar 2021 |
Publication status | Published - 2 Apr 2021 |