Abstract
In dit onderzoek wordt de prevalentie van zelfgerapporteerd slaap- en waakbruxisme onder Nederlandse jongeren in kaart gebracht en worden hun associaties met een aantal demografische, exogene en psychosociale factoren bepaald. In totaal hebben 4235 leerlingen, in leeftijd variërend van 12 tot en met 18 jaar, een vragenlijst ingevuld. Slaapbruxisme had een prevalentie van 14,8%, waakbruxisme van 8,7%. Logistische regressieanalyses toonden aan dat slaapbruxisme werd geassocieerd met het vrouwelijk geslacht, pijn in oor- of slaapstreek, een klikkend of knappend kaakgewrichtsgeluid, stress en een neerslachtige stemming. Waakbruxisme werd in verband gebracht met pijn in oor- of slaapstreek, een klikkend of knappend kaakgewrichtsgeluid, een crepiterend kaakgewrichtsgeluid, stress, een neerslachtige stemming en roken. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat zowel slaap- als waakbruxisme geregeld wordt gerapporteerd door adolescenten. Diverse demografische, fysieke, psychologische en exogene factoren waren geassocieerd met een of beide vormen van bruxisme, zoals geslacht, orofaciale (pijn)klachten, kaakgewrichtsgeluiden, stress, neerslachtige stemming en roken.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 27-32 |
Journal | Quality Practice. Nascholingstijdschrift voor mondhygiënisten |
Volume | 6 |
Issue number | 3 |
Publication status | Published - 2014 |