Abstract
De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te Luxemburg (‘HvJ’) in verband met de loonbelasting die een Nederlandse betaaldvoetbalorganisatie (‘BVO’) moest inhouden en afdragen over gage betaald aan een tweetal Britse BVO180s voor vriendschappelijke wedstrijden die zij hadden gespeeld in Nederland. Van een verplichting tot inhouding van loonbelasting zou geen sprake zijn geweest indien de gage was betaald aan een dienstverrichter die in Nederland was gevestigd. De Hoge Raad had twijfel of de inhouding van loonbelasting in overeenstemming was met het vrije verkeer van diensten (art. 56 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie; ‘VWEU’).
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 16-21 |
Number of pages | 6 |
Journal | NTFR Beschouwingen |
Volume | 2010 |
Issue number | 45 |
Publication status | Published - 2010 |