Culpa in contrahendo: moet een met § 311 BGB vergelijkbare bepaling in het BW worden opgenomen?

Research output: Contribution to JournalArticleAcademicpeer-review

Abstract

De Duitse jurist Rudolf von Jhering heeft een grote invloed gehad op de ontwikkeling van het privaatrecht. Zijn gedachtegoed staat ook aan de basis van het leerstuk van aansprakelijkheid voor precontractuele gedragingen. Zijn
leerstuk 'culpa in contrahendo' heeft een plaats gekregen in art. 311 BGB. Op dit artikel kunnen vorderingen wegens schendingen van zorgplichten of informatieplichten en vorderingen wegens het onterecht afbreken van onderhandelingen worden gebaseerd. In deze bijdrage gaat auteur in op de vraag of het Nederlandse recht gebaat kan zijn bij het opnemen van een vergelijkbare bepalingen in het BW. Hij bespreekt de leer van culpa in contrahendo van Jhering en de doorontwikkeling daarvan in de Duitse literatuur en rechtspraak. Daarna behandelt hij de precontratcuele aansprakelijkheid
naar Nederlands recht. Bakker concludeert dat de Hoge Raad in vaste jurisprudentie een maatstaf voor het leerstuk van afgebroken onderhandelingen heeft geformuleerd. Aan codificatie bestaat naar zijn mening geen behoefte.
Original languageDutch
Pages (from-to)1-15
Number of pages15
JournalGROM
Volume35 (2018)
Publication statusPublished - 2018

Cite this