De afhankelijke verblijfsvergunning van vrouwelijke huwelijksmigranten in het licht van internationaal recht: Onvoldoende beschermd

De autonomie van huwelijksmigranten wordt door de controversiële regeling van het vijfjarig afhankelijk verblijfsrecht in strijd met EVRM en Istanbul-Verdrag te sterk beperkt. Als het EHRM rekening houdt met het Istanbul-Verdrag, dat door de EU twintig jaar na de Gezinsherenigingsrichtlijn is geratificeerd, kan het oordelen dat de nationale termijn van vijf jaar buiten de beoordelingsruimte van de staat valt. Dat is de conclusie van onderzoek van Younous Arbaoui en Betty de Hart. Zij beschrijven de ontwikkeling van het beleid en betogen zo dat de inperking van de persoonlijke autonomie een ongerechtvaardigde inmenging vormt in het privé- en gezinsleven. Ook het beleid inzake huiselijk geweld is in strijd met het Istanbulverdrag en door onduidelijkheid over definitie en bewijsmiddelen is het voor huwelijksmigranten onvoorspelbaar of ze bij huiselijk geweld een zelfstandige vergunning zullen krijgen.