Abstract
De zaak van de voormalige piloot Julio Poch van Transavia heeft in Nederland veel stof doen opwaaien. Poch werd ervan verdacht als piloot betrokken te zijn geweest bij de doodsvluchten in Argentinië tijdens de militaire dictatuur van 1976 tot 1983, waarbij politieke tegenstanders van het regime uit vliegtuigen werden gegooid. De verdenking tegen Poch leidde ertoe dat Nederland in 2009 aan Argentinië de gegevens verstrekte over de laatste vlucht van Poch als piloot van Transavia naar Spanje. Op grond van die gegevens kon hij op 22 september 2009 in Spanje worden aangehouden, waarna hij door Spanje aan Argentinië werd uitgeleverd. In dit artikel wordt onderzocht of Nederland verplicht was de gegevens aan Argentinië te verstrekken. De strekking van het artikel is dat Nederland daartoe niet was verplicht en in 2009 de zaak had moeten voorleggen aan de uitleveringsrechter, zodat deze rechter alle relevante rechtsvragen had kunnen beantwoorden. Door het verstrekken van de vluchtgegevens heeft Nederland de uitleveringsprocedure omzeild, waardoor Poch in Nederland niet zijn verweren kon voeren op grond van het Nederlandse uitleveringsrecht.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 2021/42 |
Pages (from-to) | 149-162 |
Number of pages | 14 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht |
Volume | 2 |
Issue number | 3 |
DOIs | |
Publication status | Published - 1 Jun 2021 |