Abstract
Woningcorporaties zijn private instellingen die een grote rol spelen in het huisvestingsbeleid van de Nederlandse overheid. Begin jaren negentig van de vorige eeuw is er een beleid van verzelfstandiging gevoerd. Woningcorporaties kregen meer beleidsvrijheid, maar tegelijkertijd ook de opdracht op prestaties te leveren op diverse beleidsvelden. Cruciaal in het beleid was het idee dat gemeente en corporaties afspraken zouden maken over de te leveren prestaties in de locale situaties.
In de loop van de jaren negentig is de bewaking van de prestaties van woningcorporaties verschoven van de gemeenten naar de rijksoverheid en een in 1998 opgericht zelfstandig bestuursorgaan, het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Het CFV kreeg de taak om op basis van jaarverslagkengetallen financieel toezicht te houden op de woningcorporaties. Verder verzorgt het Centraal Fonds de dataverzameling ten behoeve van het beleidsmatige toezicht door de rijksoverheid.
De punten in de financiële en beleidsmatige rapportages zijn op te vatten als indicatoren voor de realisatie van het beleid. In de paper zal de rol van de indicatoren uitgelicht worden. Er is een verwarrende hoeveelheid aan indicatoren die zonder een begrip van de werking van indicatoren niet goed te analyseren is. Het is daarom nodig om meer theoretisch in te gaan op de werking van indicatoren. Aan de keuze van indicatoren heeft, uitzonderingen daargelaten, geen grondige doordenking ten grondslag gelegen. Er is een kans op onbedoelde neveneffecten. De indicatoren vervullen een functie binnen de organisaties, en in de verhoudingen tussen bestuur en intern en extern toezichthouders. In deze verhoudingen is het de vraag of betrokken partijen een zelfde belang hebben bij de informatie die de indicator al dan niet verschaft.
In de loop van de jaren negentig is de bewaking van de prestaties van woningcorporaties verschoven van de gemeenten naar de rijksoverheid en een in 1998 opgericht zelfstandig bestuursorgaan, het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Het CFV kreeg de taak om op basis van jaarverslagkengetallen financieel toezicht te houden op de woningcorporaties. Verder verzorgt het Centraal Fonds de dataverzameling ten behoeve van het beleidsmatige toezicht door de rijksoverheid.
De punten in de financiële en beleidsmatige rapportages zijn op te vatten als indicatoren voor de realisatie van het beleid. In de paper zal de rol van de indicatoren uitgelicht worden. Er is een verwarrende hoeveelheid aan indicatoren die zonder een begrip van de werking van indicatoren niet goed te analyseren is. Het is daarom nodig om meer theoretisch in te gaan op de werking van indicatoren. Aan de keuze van indicatoren heeft, uitzonderingen daargelaten, geen grondige doordenking ten grondslag gelegen. Er is een kans op onbedoelde neveneffecten. De indicatoren vervullen een functie binnen de organisaties, en in de verhoudingen tussen bestuur en intern en extern toezichthouders. In deze verhoudingen is het de vraag of betrokken partijen een zelfde belang hebben bij de informatie die de indicator al dan niet verschaft.
Original language | Dutch |
---|---|
Title of host publication | Indicatoren! Voelsprieten of doornen voor het beleid? |
Place of Publication | Amsterdam |
Publisher | Nederlands Vlaamse vereniging voor Politicologie |
Publication status | Published - 2011 |
Event | Policologenetmaal - Amsterdam Duration: 9 Jun 2011 → 10 Jun 2011 |
Conference
Conference | Policologenetmaal |
---|---|
Period | 9/06/11 → 10/06/11 |