Abstract
Verschillende universiteiten in Nederland maken gebruik van online proctoring tijdens de coronacrisis. Online proctoring is het digitaal surveilleren van tentamens terwijl studenten bijvoorbeeld thuis zijn. Een groep studenten van de Universiteit van Amsterdam (hierna: UvA) maakte bezwaar tegen het gebruik van online proctoring door de UvA en spande een kort geding aan. Volgens de Rechtbank Amsterdam is het gebruik van online proctoring door de UvA in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG). Ik begrijp het oordeel van de rechtbank in kort geding maar dat betekent niet dat universiteiten nu een vrijbrief hebben om online proctoring te gebruiken. In deze bijdrage laat ik zien dat de mogelijkheden voor online proctoring op basis van de AVG beperkt zijn en formuleer ik twee principiële bezwaren.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 141-143 |
Journal | Tijdschrift voor Internetrecht |
Volume | 2020 |
Issue number | 4 |
Publication status | Published - 2020 |
Externally published | Yes |
Keywords
- online proctoring
- AVG
- COVID-19
- Algemene Verorderning Gegevensbescherming
- privacy