Abstract
Vijf tot negen procent van de Nederlandse kinderen heeft kaaskiezen in het melkgebit, blijkt uit onderzoek van Marlies Elfrink. Kaaskiezen ontstaan door een stoornis in het in het mineraalgehalte van het tandglazuur. De kiezen hebben de kleur van kaas en zijn gevoeliger dan andere kiezen, omdat de buitenste laag zwakker is. Elfrink toont aan dat kinderen met kaaskiezen meer gaatjes hebben dan leeftijdsgenoten zonder kaaskiezen. Ook hebben deze kinderen een grotere kans op kaaskiezen in het blijvende gebit dan leeftijdgenoten met gezonde kiezen. Aan de hand van de onderzoeksresultaten kunnen behandelplannen voor kinderen met kaaskiezen worden verbeterd. Omdat deze kinderen meer kans hebben op blijvende kaaskiezen, is extra aandacht van de tandarts nodig op het moment dat de eerste blijvende kiezen doorkomen.
Original language | English |
---|---|
Qualification | PhD |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 1 Jun 2012 |
Print ISBNs | 9789461082923 |
Publication status | Published - 2012 |