Escalatiemaatregelen bij tegenvallende implementatie uitkomsten zorgevaluaties

Het Nederlandse zorgstelsel is in de loop van enkele decennia opgebouwd en uitgebouwd. Taken, bevoegdheden, rollen en verantwoordelijkheden van actoren zijn vastgelegd in wetgeving en nadere beleidsregels of op andere manier beschreven. Basis is het model dat verzekerde zorg een open systeem is met in- en uitstroom van zorg. Zorg die bewezen (kosten)effectief is moet worden geïmplementeerd en zorg die niet voldoende (kosten)effectief is na een zorgevaluatie, moet worden afgebouwd, hetgeen ook neerkomt op (de-)implementatie. Als dat onvoldoende (snel) gebeurt, zijn mogelijk aanvullende maatregelen nodig. Het is daarbij gewenst stapsgewijs zwaardere maatregelen in te zetten en dat vraagt om een systematisch overzicht van escalatiemogelijkheden van verschillende stakeholders. Het is allereerst denkbaar dat er onvoldoende wettelijke mogelijkheden zijn om implementatie af te dwingen. Het is daarnaast denkbaar dat deze er wel zijn, maar partijen het wettelijk kader anders interpreteren en als gevolg daarvan andere beelden hebben van elkaars rol en mogelijkheden. Het kan ook zo zijn de partijen die de wettelijke mogelijkheden hebben om implementatie af te dwingen, onderling verschillen in hun taakopvatting en implementatie als gevolg daarvan uiteindelijk niet gebeurt. Tot slot is het denkbaar dat als de rollen helder zijn en de taakopvatting consistent is, de randvoorwaarden simpelweg ontbreken. Dit onderzoek beoogt een verdiepende analyse uit te voeren naar de bevoegdheden en naar de rolinvulling in de praktijk. Hoofdvraag van het onderzoek is: Welke partij kan welke maatregelen nemen om implementatie van de uitkomsten van een zorgevaluatie daadwerkelijk te realiseren? De hoofdvraag valt uiteen in de volgende subvragen: 1. Wat zijn de taken, bevoegdheden en wettelijke kaders van stakeholders en hun toezichthouders om vanuit hun rol bij te dragen aan implementatie van uitkomsten van zorgevaluaties? 2. Zijn er knelpunten die belemmeren dat stakeholders hun bevoegdheden gebruiken? 3. Zijn er onderwerpen in de wet- en regelgeving waarop verschillen in perspectieven zijn, die uitvoering of acceptatie van taken en rollen van stakeholders belemmeren? 4. Welke aanvullende maatregelen of bevoegdheden zijn wenselijk om implementatie te versnellen? 5. In welke volgorde neemt de mate van afdwingbaarheid van die maatregelen toe?