Abstract
Dit artikel behandelt de etiologie en pathogenese van cariës. Bij het ontstaan van een carieuze laesie zijn meerdere factoren betrokken. Gebitselementen worden aangetast door het eindproduct van bacteriemetabolisme, zijnde organische zuren. Door het verschil in kritieke pH van glazuur en dentine is dentine gevoeliger voor demineralisatie. Hierdoor kunnen ook minder acidogene bacteriën betrokken zijn bij het ontstaan en voortschrijden van (wortel)dentinecariës. Proteolytische enzymen spelen een belangrijke rol bij dentinecariës. Deze eiwitten zijn verantwoordelijk voor de afbraak van de organische dentinematrix. De relatie tussen cariës en voeding, en dan met name vergistbare koolhydraten, is niet meer zo eenduidig als in het prefluoridetijdperk. Door het wijdverbreide gebruik van fluoride zijn gebitselementen beter bestand tegen demineralisatie. Dit laat echter onverlet dat een voedingsadvies nog steeds een belangrijke plaats inneemt in het preventieprotocol. Hyposialie is een risicofactor voor het ontstaan van cariës. Patiënten met een geringe speekselproductie lopen een hoog risico op het (snel) ontstaan van multipele carieuze laesies.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 8-12 |
Journal | Quality Practice. Nascholingstijdschrift voor mondhygiënisten |
Volume | 2 |
Issue number | 2 |
Publication status | Published - 2009 |