Abstract
Evidence-based diagnostiek als onderdeel van evidence-based tandheelkunde kent twee benaderingen. De eerste (‘top-down’) gaat uit van de ontwikkeling van praktijkrichtlijnen die gebaseerd zijn op onderzoeksresultaten. De tweede (‘bottom-up’) gaat uit van de individuele klinische vraagstelling van tandarts en patiënt, die met behulp van evidence wordt beantwoord. Een differentiaaldiagnose kan worden opgesteld of getoetst door evidence in de literatuur te zoeken, als voorbeeld van de ‘bottom-up’ benadering. Ook cariësdiagnostiek is gestoeld op evidence betreffende het vóórkomen van cariës, maar ook de sensitiviteit en specificiteit van diagnostische ‘tests’ voor cariës, zoals bitewings. Richtlijnen voor het bepalen van de frequentie van bitewingonderzoek, de rechtvaardiging van panoramaopnamen en de rechtvaardiging van conebeam-ct zijn voorbeelden van de top-downbenadering binnen de evidence-based diagnostiek.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 34-37 |
Journal | Quality Practice. Nascholingstijdschrift voor Tandartsen |
Volume | 6 |
Issue number | 5 |
Publication status | Published - 2011 |