Abstract
De bepaling inzake exitheffingen van art. 5 ATAD 1 maakt het onderwerp uit van deze bijdrage. Naast een analyse van art. 5 ATAD 1 en de relatie daarvan met het primaire Unierecht, wordt ook ingegaan op de implementatie in de Nederlandse wetgeving. Na deze implementatie ontstaat er een divers palet van regelingen die van toepassing zijn op de verschillende hoedanigheden waarin ondernemersachtige activiteiten kunnen worden ontplooid, zoals voor aanmerkelijkbelanghouders, de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting. Deze regimes worden niet alleen met elkaar vergeleken maar tevens worden zij op hun EU-rechtelijke merites beoordeeld.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 26 |
Pages (from-to) | 447-459 |
Number of pages | 13 |
Journal | MBB. Belastingbeschouwingen |
Volume | 87 |
Issue number | 11 |
Publication status | Published - 20 Nov 2018 |