Flexibel middelenvereiste bij gezinshereniging met vluchtelingen: EHRM 4 juli 2023, nr. 13258/18 (B.F. e.a./Zwitserland)

Research output: Contribution to JournalArticleAcademic

68 Downloads (Pure)

Abstract

Kan gezinsherenging van vluchtelingen wier vrees voor vervolging
pas is ontstaan na hun vertrek uit het land van herkomst, worden
geweigerd vanwege het niet voldoen aan het middelenvereiste van het
gezin? Het EHRM wil niet dat er onderscheid wordt gemaakt tussen
deze ‘surplace vluchtelingen’ en andere vluchtelingen. Het hof besliste
voor het eerst dat van erkende vluchtelingen niet ‘het onmogelijke’
mag worden verlangd om gezinshereniging te krijgen, maar het is
onduidelijk of dit criterium alleen op gaat bij het middelenvereiste.
Voor vluchtelingen met een subsidiaire of andere beschermingsstatus
zijn onoverkomelijke belemmeringen om het gezinsleven in het land
van herkomst uit te oefenen, volgens het EHRM niet doorslaggevend.
Bahija Aarrass analyseert de uitspraak: eerst de algemene beginselen,
daarna de toepassing in de afzonderlijke zaken. Ze plaatst de uitspraak
in de context van recente rechtspraak en formuleert de betekenis voor
de rechtspraktijk. Het stelt haar teleur dat het EHRM niet de invloed van
omzeilende asielwetgeving voor diverse categorieën van vluchtelingen
op waarde weet te schatten.
Original languageDutch
Pages (from-to)38-45
Number of pages8
JournalAsiel&Migrantenrecht
Volume2024
Issue number1
Early online dateJan 2024
Publication statusPublished - 2024

Bibliographical note

Working title: Uitspraak Uitgelicht. Het doel heiligt niet altijd de middelen: het middelenvereiste bij gezinshereniging met vluchtelingen

Cite this