Abstract
Op 21 oktober 2020 vonden historische verkiezingen plaats in Caribisch Nederland: de verkiezing van de leden van de eerste eilandsraad van Sint Eustatius nadat de eilandsraad in februari 2018 werd ontbonden. Deze geleidelijke afbouw van de ingreep is geregeld met de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius, die in de zomer van 2020 in werking is getreden en de Tijdelijke wet taakverwaarlozing heeft vervangen. Met deze wet wordt voor het eerst de afbouw geregeld van de voorzieningen wegens grove taakverwaarlozing van autonome taken, als bedoeld in artikel 132, vijfde lid, tweede zin, Grondwet. Deze bijdrage is een juridische analyse van de Herstelwet. Naast de juridische inrichting van de geleidelijke afbouw van de bestuurlijke ingreep in Sint Eustatius, wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de grondwettelijke eisen aan voorzieningen in geval van taakverwaarlozing van decentrale overheidsbesturen.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 3 |
Pages (from-to) | 39-50 |
Number of pages | 11 |
Journal | Tijdschrift voor constitutioneel recht (Wolf/Kluwer) |
Volume | 12 |
Issue number | 1 |
Early online date | 29 Jan 2021 |
Publication status | Published - Jan 2021 |