Abstract
In dit artikel komt de vraag aan de orde hoe de historische relatie tussen geloof en natuurwetenschap het best kan worden gekarakteriseerd en of daaruit lessen kunnen worden getrokken voor het heden. Met name sinds de zeventiende eeuw zijn natuuronderzoekers op zoek gegaan naar natuurlijke (in tegenstelling tot bovennatuurlijke) verklaringen van allerhande verschijnselen. Deze naturalisering van de natuurfilosofie betekende niet dat geloof en natuuronderzoek tegenover elkaar kwamen te staan. Het onderzoek was godsdienstig geïnspireerd en ging naadloos over in bespiegelingen over God. Pas in de negentiende eeuw ontstond de natuurwetenschap als seculiere activiteit. Door sommigen werd toen de opvatting verdedigd dat er al eeuwenlang een strijd gaande was tussen geloof en natuurwetenschap. De ontwikkeling van een christelijke natuurwetenschap (eind negentiende eeuw bepleit door Abraham Kuyper), of het (her)invoeren van het begrip ‘intelligent design’ in de natuurwetenschap (vandaag de dag wel bepleit), kunnen worden begrepen als een pleidooi voor terugkeer naar de (vóór-negentiende-eeuwse) natuurfilosofie, en zijn geen reële optie voor de praktijk van de natuurwetenschappers vandaag.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 74-88 |
Number of pages | 15 |
Journal | Radix: tijdschrift over geloof en wetenschap |
Volume | 34 |
Issue number | 2 |
Publication status | Published - 2008 |