Abstract
In het tweede tijdvak van de subsidieregeling voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s gericht op het inhalen van gemiste leertijd door schoolsluiting i.v.m. COVID-19 - zijn door LEARN! onderzoekers aanvragen geanalyseerd om een beeld te creëren van het type interventies dat scholen (gaan) implementeren om leerachterstanden weg te werken en welke beweegredenen hiervoor worden gegeven, de doelgroepen die zij hiermee willen helpen, en de praktische aspecten van de uitvoering (zoals samenwerking met externe partijen). Hieronder volgt een kort overzicht van deze analyses
gebaseerd op aanvragen van 1181 PO-, 686 VO-, en 85 SO (SO/VSO/SBO)- scholen.
Uit de analyses blijkt dat de meeste PO en SO-scholen zich richten op de opgelopen taal-en rekenachterstanden. VO-scholen richten zich vooral op de kernvakken (Engels, Nederlands en Wiskunde). De meeste PO en SO-scholen halen de gemiste leertijd van leerlingen in door extra ondersteuning/begeleiding tijdens (begeleiding tijdens zelfstandige werkmomenten) en na schooltijd
(verlengde schooldag) aan te bieden en door aanschaf van nieuwe methoden/materialen (digitale oefensoftware). Binnen het VO wordt voornamelijk bijles/verlengde schooldag ingezet, gevolgd door huiswerkbegeleiding en examentraining. In alle sectoren is de voornaamste reden van de implementatie van inhaalprogramma`s om leerlingen te laten aanhaken bij de groep/reguliere les. Bij bijna driekwart van de VO-scholen ligt de uitvoering van inhaalprogramma`s in handen van zowel interne als externe professionals, terwijl ruim de helft van de PO- en SO-scholen de uitvoering overlaat aan interne professionals.
Met een andere, enigszins vergelijkbare subsidieregeling konden instellingen voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE) middelen aanvragen om extra ondersteuning te bieden in de periode van juli t/m december 2020. In de subsidieaanvragen werd geen onderscheid gemaakt in soort programma; alleen het aantal uur per week en het totaal aantal weken of maanden werd beschreven.
Hier rapporteren we daarom de eerste resultaten van een uitvraag naar VVE-programma’s enbeschrijven we welke data we op dit moment bij de VVE-instellingen verzamelen om een overzicht te krijgen van de uitgevoerde programma’s en de effectiviteit er van.
gebaseerd op aanvragen van 1181 PO-, 686 VO-, en 85 SO (SO/VSO/SBO)- scholen.
Uit de analyses blijkt dat de meeste PO en SO-scholen zich richten op de opgelopen taal-en rekenachterstanden. VO-scholen richten zich vooral op de kernvakken (Engels, Nederlands en Wiskunde). De meeste PO en SO-scholen halen de gemiste leertijd van leerlingen in door extra ondersteuning/begeleiding tijdens (begeleiding tijdens zelfstandige werkmomenten) en na schooltijd
(verlengde schooldag) aan te bieden en door aanschaf van nieuwe methoden/materialen (digitale oefensoftware). Binnen het VO wordt voornamelijk bijles/verlengde schooldag ingezet, gevolgd door huiswerkbegeleiding en examentraining. In alle sectoren is de voornaamste reden van de implementatie van inhaalprogramma`s om leerlingen te laten aanhaken bij de groep/reguliere les. Bij bijna driekwart van de VO-scholen ligt de uitvoering van inhaalprogramma`s in handen van zowel interne als externe professionals, terwijl ruim de helft van de PO- en SO-scholen de uitvoering overlaat aan interne professionals.
Met een andere, enigszins vergelijkbare subsidieregeling konden instellingen voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE) middelen aanvragen om extra ondersteuning te bieden in de periode van juli t/m december 2020. In de subsidieaanvragen werd geen onderscheid gemaakt in soort programma; alleen het aantal uur per week en het totaal aantal weken of maanden werd beschreven.
Hier rapporteren we daarom de eerste resultaten van een uitvraag naar VVE-programma’s enbeschrijven we welke data we op dit moment bij de VVE-instellingen verzamelen om een overzicht te krijgen van de uitgevoerde programma’s en de effectiviteit er van.
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | LEARN! |
Number of pages | 20 |
Volume | 1/A |
Publication status | Published - Mar 2021 |