Abstract
Ingevolge het Nederlandse strafrecht is ‘handelen in strijd met het Europees inreisverbod strafbaar gesteld’. Maar de strafrechtelijke vervolging van dit handelen stuit, in het licht van de recente uitleg die het Hof van Justitie EU heeft gegeven aan het inreisverbod in de zaak Ouhrami, op ernstige bezwaren in het geval dat de derdelander de Unie nog niet heeft verlaten na het uitvaardigen van het verbod. Pas als de derdelander tegen wie een inreisverbod is uitgevaardigd de Unie daadwerkelijk heeft verlaten en vervolgens weer terugkeert, is het inreisverbod overtreden en kunnen daar rechtsgevolgen aan worden verbonden.
Original language | Dutch |
---|---|
Journal | Nederlands Juristenblad |
Issue number | 38 |
Publication status | Published - 1 Nov 2017 |
Keywords
- inreisverbod, EU recht, 197 Sr