Abstract
Eenzaamheid wordt beschouwd als zowel een individueel als een maatschappelijk probleem
met negatieve gevolgen voor de persoonlijke gezondheid en de maatschappelijke
participatie. Op eenzaamheid rust ook een taboe en het is lastig op te sporen. Het ontstaan
van eenzaamheid lijkt een nauwelijks merkbaar geleidelijk proces van het opeen stapelen
van risicofactoren zoals een kleiner wordend sociaal netwerk, ziek worden en minder regie
ervaren over het leven. De omkering van deze factoren beschermen juist tegen eenzaamheid.
Doel van deze studie is om inzicht te geven in de factoren die een rol spelen bij het ontstaan
van eenzaamheid in de levensloop, met name in de tweede levenshelft, en te laten
zien hoe eenzaamheid samenhangt met kwaliteit van leven.
Na een overzicht van wat bekend is uit bestaand onderzoek, brengen we in deelstudies
voor verschillende populaties in beeld welke factoren samenhangen met eenzaamheid in
de ouder wordende bevolking. We onderzoeken zowel cohorten als de individuele levensloop
van ouderen. Daarnaast bestuderen twee kwetsbare groepen die langdurig zorg en
ondersteuning ontvangen: verpleeghuisbewoners en mensen die een ondersteuningsbehoefte
hebben op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Tot slot onderzoeken we de samenhang tussen eenzaamheid en kwaliteit van leven bij
deze kwetsbare mensen.
Er zijn verschillende benaderingen om eenzaamheid te onderzoeken. In dit rapport nemen
we de cognitieve discrepantie benadering als vertrekpunt. Deze stelt dat eenzaamheid het
gevolg is van de evaluatie van de ervaren discrepantie tussen de werkelijke en de gewenste
sociale relaties. We definiëren eenzaamheid als het ervaren van een gemis aan (kwaliteit
van) bepaalde sociale relaties. De ervaring van eenzaamheid kan variëren van een matig of
onplezierig tot een sterk of ontoelaatbaar gemis. Eenzaamheid is gemeten met de originele
of verkorte gemis-intensiteitsschaal (elf en zes vragen) (De Jong Gierveld en Kamphuis
1985, De Jong Gierveld en Van Tilburg 1999). Op basis van de schaalscore zijn respondenten
ingedeeld in drie categorieën: geen, matige of sterke eenzaamheid.
met negatieve gevolgen voor de persoonlijke gezondheid en de maatschappelijke
participatie. Op eenzaamheid rust ook een taboe en het is lastig op te sporen. Het ontstaan
van eenzaamheid lijkt een nauwelijks merkbaar geleidelijk proces van het opeen stapelen
van risicofactoren zoals een kleiner wordend sociaal netwerk, ziek worden en minder regie
ervaren over het leven. De omkering van deze factoren beschermen juist tegen eenzaamheid.
Doel van deze studie is om inzicht te geven in de factoren die een rol spelen bij het ontstaan
van eenzaamheid in de levensloop, met name in de tweede levenshelft, en te laten
zien hoe eenzaamheid samenhangt met kwaliteit van leven.
Na een overzicht van wat bekend is uit bestaand onderzoek, brengen we in deelstudies
voor verschillende populaties in beeld welke factoren samenhangen met eenzaamheid in
de ouder wordende bevolking. We onderzoeken zowel cohorten als de individuele levensloop
van ouderen. Daarnaast bestuderen twee kwetsbare groepen die langdurig zorg en
ondersteuning ontvangen: verpleeghuisbewoners en mensen die een ondersteuningsbehoefte
hebben op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Tot slot onderzoeken we de samenhang tussen eenzaamheid en kwaliteit van leven bij
deze kwetsbare mensen.
Er zijn verschillende benaderingen om eenzaamheid te onderzoeken. In dit rapport nemen
we de cognitieve discrepantie benadering als vertrekpunt. Deze stelt dat eenzaamheid het
gevolg is van de evaluatie van de ervaren discrepantie tussen de werkelijke en de gewenste
sociale relaties. We definiëren eenzaamheid als het ervaren van een gemis aan (kwaliteit
van) bepaalde sociale relaties. De ervaring van eenzaamheid kan variëren van een matig of
onplezierig tot een sterk of ontoelaatbaar gemis. Eenzaamheid is gemeten met de originele
of verkorte gemis-intensiteitsschaal (elf en zes vragen) (De Jong Gierveld en Kamphuis
1985, De Jong Gierveld en Van Tilburg 1999). Op basis van de schaalscore zijn respondenten
ingedeeld in drie categorieën: geen, matige of sterke eenzaamheid.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Den Haag |
Publisher | Sociaal en Cultureel Planbureau |
Number of pages | 128 |
ISBN (Electronic) | 9789037708745 |
ISBN (Print) | 9789037708745 |
Publication status | Published - 15 Jun 2018 |
Publication series
Name | Publicaties |
---|---|
Publisher | Sociaal en Cultureel Planbureau |
No. | 16 |
Volume | 2018 |