TY - BOOK
T1 - Laagdrempelig groepsaanbod voor kinderen die huiselijk geweld hebben meegemaakt; Een onderzoek naar de effectiviteit van traumagericht groepsaanbod, de vraag voor welke kinderen het aanbod het beste werkt en de vraag hoe het aanbod werkt
AU - Overbeek, M.M.
PY - 2013
Y1 - 2013
N2 - Het hoofddoel van dit onderzoek was om te bestuderen of er verschil was in de werkzaamheid van een cursus waarin aandacht werd besteed aan het meemaken van huiselijk geweld (‘En nu ik…!’), en een cursus waarin niet over het huiselijk geweld werd gepraat, maar ouders en kinderen wekelijks in twee groepen samen ontspannende groepsactiviteiten ondernamen (‘Jij hoort erbij’). De kinderen die ‘En nu ik…!’ hadden gevolgd, vertoonden een vergelijkbare afname in problemen met de kinderen die ‘Jij hoort erbij’ hadden gevolgd. De meeste kinderen hadden minder problemen na deelname aan een van beide cursussen. Het is niet aannemelijk dat de kinderen zonder het volgen van een cursus ook minder problemen gehad zouden hebben. Kinderen met meerdere risicofactoren naast het meemaken van huiselijk geweld hadden ook baat bij deelname aan een van de cursussen. Er zijn dus geen aanwijzingen dat de problematiek van deze kinderen te ‘zwaar’ is voor deelname aan ‘En nu ik…!’ of ‘Jij hoort erbij’. Een mogelijke uitzondering hierop zijn kinderen met symptomen van verstoorde gehechtheid. Kinderen die zelf veel mishandeld zijn, lijken na beide cursussen meer hulp nodig te hebben om goed te blijven functioneren. Verder lieten de resultaten zien dat positieve effecten van hulpverlening via de ouders kunnen worden doorgegeven aan het kind. Meer positieve aandacht van de groepsleiding in de oudergroep van beide cursussen hing samen met beter psychisch functioneren van de ouder – wat op zijn beurt samenhing met een afname van posttraumatische stress bij kinderen. De gunstige werking van trauma-specifiek werkzame factoren is in de kindergroep nog onduidelijk. Meer toepassing van trauma-specifiek werkzame factoren hing samen met een toename in de vaardigheid van kinderen om met moeilijke situaties om te gaan. Ook hing meer gebruik van trauma-specifiek werkzame factoren samen met een afname in posttraumatische stress bij kinderen. Maar kinderen in zowel de cursus met als zonder trauma-specifieke factoren daalden in hun posttraumatische stress-symptomen. De huidige combinatie van onderdelen zoals die is toegepast in ‘En nu ik…!’ lijkt dan ook geen meerwaarde te hebben voor een daling in posttraumatische stress, vergeleken met een cursus met alleen algemeen werkzame factoren.
AB - Het hoofddoel van dit onderzoek was om te bestuderen of er verschil was in de werkzaamheid van een cursus waarin aandacht werd besteed aan het meemaken van huiselijk geweld (‘En nu ik…!’), en een cursus waarin niet over het huiselijk geweld werd gepraat, maar ouders en kinderen wekelijks in twee groepen samen ontspannende groepsactiviteiten ondernamen (‘Jij hoort erbij’). De kinderen die ‘En nu ik…!’ hadden gevolgd, vertoonden een vergelijkbare afname in problemen met de kinderen die ‘Jij hoort erbij’ hadden gevolgd. De meeste kinderen hadden minder problemen na deelname aan een van beide cursussen. Het is niet aannemelijk dat de kinderen zonder het volgen van een cursus ook minder problemen gehad zouden hebben. Kinderen met meerdere risicofactoren naast het meemaken van huiselijk geweld hadden ook baat bij deelname aan een van de cursussen. Er zijn dus geen aanwijzingen dat de problematiek van deze kinderen te ‘zwaar’ is voor deelname aan ‘En nu ik…!’ of ‘Jij hoort erbij’. Een mogelijke uitzondering hierop zijn kinderen met symptomen van verstoorde gehechtheid. Kinderen die zelf veel mishandeld zijn, lijken na beide cursussen meer hulp nodig te hebben om goed te blijven functioneren. Verder lieten de resultaten zien dat positieve effecten van hulpverlening via de ouders kunnen worden doorgegeven aan het kind. Meer positieve aandacht van de groepsleiding in de oudergroep van beide cursussen hing samen met beter psychisch functioneren van de ouder – wat op zijn beurt samenhing met een afname van posttraumatische stress bij kinderen. De gunstige werking van trauma-specifiek werkzame factoren is in de kindergroep nog onduidelijk. Meer toepassing van trauma-specifiek werkzame factoren hing samen met een toename in de vaardigheid van kinderen om met moeilijke situaties om te gaan. Ook hing meer gebruik van trauma-specifiek werkzame factoren samen met een afname in posttraumatische stress bij kinderen. Maar kinderen in zowel de cursus met als zonder trauma-specifieke factoren daalden in hun posttraumatische stress-symptomen. De huidige combinatie van onderdelen zoals die is toegepast in ‘En nu ik…!’ lijkt dan ook geen meerwaarde te hebben voor een daling in posttraumatische stress, vergeleken met een cursus met alleen algemeen werkzame factoren.
M3 - Report
SN - 9789053357811
BT - Laagdrempelig groepsaanbod voor kinderen die huiselijk geweld hebben meegemaakt; Een onderzoek naar de effectiviteit van traumagericht groepsaanbod, de vraag voor welke kinderen het aanbod het beste werkt en de vraag hoe het aanbod werkt
PB - VU University, Amsterdam, The Netherlands
ER -