Abstract
Niet-Restauratieve Caviteitsbehandeling leeft nog te weinig in de kindertandheelkunde. Inmiddels is er een aanzienlijke hoeveelheid kwantitatief en kwalitatief onderzoek dat het succes van de behandeling bewijst. Sommige zorgverleners passen de methode met succes toe, terwijl anderen geen vertrouwen hebben in deze niet-invasieve caviteitsbehandeling en de voorkeur blijven geven aan het restaureren van cariëslaesies. Genoemde redenen hiervoor zijn onder andere Niet-Restauratieve Caviteitsbehandeling is veel gedoe, de (ouder van de) patiënt werkt niet mee en de vergoeding is niet adequaat. Kinderen hebben echter baat bij mondzorgverleners die stellen dat een kind recht heeft op een etiologische behandeling, waarbij de oorzaak van het cariësproces wordt aangepakt, en dat niet-restauratieve behandeling daartoe bij uitstek een goede ondersteuning biedt. Deze benadering past binnen de kaders die de beroepsethiek en de wet stellen. Behalve mondzorgverleners hebben alle betrokken instanties in het beroepenveld en daarbuiten de morele en maatschappelijke plicht recht te doen aan de impliciete vraag van het kind naar deze omslag in de mondzorg.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 33-41 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde |
Volume | 125 |
Issue number | 1 |
DOIs | |
Publication status | Published - Jan 2018 |