Ingeval van ongehuwde samenwoners moet aan de hand van het algemene verbintenissenrecht worden beoordeeld of een vergoedingsrecht is ontstaan. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 10 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:707, daarvoor meerdere grondslagen benoemd, zoals een overeenkomst (bijvoorbeeld een samenlevingsovereenkomst of stilzwijgende overeenkomst), onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking en de eisen van redelijkheid en billijkheid van art. 6:2 BW. In deze annotatie zal alleen worden ingegaan op het geslaagde beroep van de man op de redelijkheid en billijkheid ter vergoeding van het bedrag van € 100.000 dat de vrouw ten goede was gekomen. Het beroep van de man op onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking ter vergoeding van € 21.000 is door het hof ’s-Hertogenbosch afgewezen en blijft verder buiten beschouwing.
Original language | Dutch |
---|
Project No. | ECLI:NL:GHSHE:2024:2296 |
---|
Finished | 16/07/24 |
---|
Publication status | Published - Nov 2024 |
---|
Name | Tijdschrift Jurisprudentie Personen- en familierecht |
---|
No. | 103 |
---|
Volume | 7 |
---|