Noot bij Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16 juli 2024, JPF 2024/103 (Vergoedingsrecht tussen ongehuwde samenwoners op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid)

Research output: Case NoteCase noteProfessional

Abstract

Ingeval van ongehuwde samenwoners moet aan de hand van het algemene verbintenissenrecht worden beoordeeld of een vergoedingsrecht is ontstaan. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 10 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:707, daarvoor meerdere grondslagen benoemd, zoals een overeenkomst (bijvoorbeeld een samenlevingsovereenkomst of stilzwijgende overeenkomst), onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking en de eisen van redelijkheid en billijkheid van art. 6:2 BW. In deze annotatie zal alleen worden ingegaan op het geslaagde beroep van de man op de redelijkheid en billijkheid ter vergoeding van het bedrag van € 100.000 dat de vrouw ten goede was gekomen. Het beroep van de man op onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking ter vergoeding van € 21.000 is door het hof ’s-Hertogenbosch afgewezen en blijft verder buiten beschouwing.
Original languageDutch
Project No.ECLI:NL:GHSHE:2024:2296
Finished16/07/24
Publication statusPublished - Nov 2024

Publication series

NameTijdschrift Jurisprudentie Personen- en familierecht
No.103
Volume7

Cite this