Abstract
In dit artikel wordt stilgestaan bij de informatieverschaffing over continuïteit in de jaarrekening en het bestuursverslag en de rol van de accountant daarbij. Het continuïteitsbeginsel is het uitgangspunt bij het opstellen van de jaarrekening en pas als sprake is van een ernstige onzekerheid over de continuïteit bestaat op basis van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving een verplichting om een specifieke toelichting op te nemen. De controlestandaarden vereisen opname van een afzonderlijke passage over continuïteit in de controleverklaring als sprake is van een materiële onzekerheid.
Die situatie doet geen recht aan de genuanceerde werkelijkheid waarbij iedere onderneming in meer of mindere mate te maken heeft met risico’s ten aanzien van de continuïteit op kortere of langere termijn. Bovendien geeft de financiële informatie niet altijd een goed beeld van de prestaties van een organisatie. Bijvoorbeeld indien een organisatie investeert in of beschikt over immateriële activa die niet worden geactiveerd op de balans. Genuanceerde oordeelsvorming door gebruikers over de houdbaarheid van het bedrijfsmodel van een organisatie vereist in veel gevallen goede niet-financiële informatie. Daarnaast is het wenselijk dat iedere organisatie in een toekomstbestendigheidsparagraaf ingaat op de risico’s voor de continuïteit op korte én lange termijn. Ook is het wenselijk dat meer duidelijkheid wordt verschaft over de rol van de accountant bij deze informatie.
Ten slotte moet informatie die van belang is voor de oordeelsvorming over de continuïteit en continuïteitsrisico’s toegankelijk en tijdig beschikbaar zijn. De huidige situatie waarin ondernemingen niet verplicht zijn om het bestuursverslag te deponeren bij de Kamer van Koophandel en veel organisaties gebruikmaken van de mogelijkheid om op grond van bijzondere omstandigheden tot twaalf maanden de tijd te nemen voordat de informatie wordt gedeponeerd draagt niet bij aan goede oordeelsvorming van gebruikers over de continuïteitsrisico’s bij een organisatie.
Die situatie doet geen recht aan de genuanceerde werkelijkheid waarbij iedere onderneming in meer of mindere mate te maken heeft met risico’s ten aanzien van de continuïteit op kortere of langere termijn. Bovendien geeft de financiële informatie niet altijd een goed beeld van de prestaties van een organisatie. Bijvoorbeeld indien een organisatie investeert in of beschikt over immateriële activa die niet worden geactiveerd op de balans. Genuanceerde oordeelsvorming door gebruikers over de houdbaarheid van het bedrijfsmodel van een organisatie vereist in veel gevallen goede niet-financiële informatie. Daarnaast is het wenselijk dat iedere organisatie in een toekomstbestendigheidsparagraaf ingaat op de risico’s voor de continuïteit op korte én lange termijn. Ook is het wenselijk dat meer duidelijkheid wordt verschaft over de rol van de accountant bij deze informatie.
Ten slotte moet informatie die van belang is voor de oordeelsvorming over de continuïteit en continuïteitsrisico’s toegankelijk en tijdig beschikbaar zijn. De huidige situatie waarin ondernemingen niet verplicht zijn om het bestuursverslag te deponeren bij de Kamer van Koophandel en veel organisaties gebruikmaken van de mogelijkheid om op grond van bijzondere omstandigheden tot twaalf maanden de tijd te nemen voordat de informatie wordt gedeponeerd draagt niet bij aan goede oordeelsvorming van gebruikers over de continuïteitsrisico’s bij een organisatie.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 2019/38 |
Pages (from-to) | 215-220 |
Number of pages | 6 |
Journal | Ondernemingsrecht (Kluwer) |
Volume | 2019 |
Issue number | 4 |
Early online date | 12 Feb 2019 |
Publication status | Published - 19 Mar 2019 |