Abstract
Vanwege de rol die röntgenopnamen spelen voor de diagnostiek en de behandelplanning, is de kwaliteit van röntgenopnamen van cruciaal belang. Tegenwoordig geeft digitale radiologie een groot aantal nieuwe mogelijkheden, zoals optimalisatie van contrast en helderheid van de opname. Toch is het een gegeven dat ondanks de technologische vooruitgang, nog steeds niet elke afwijking wordt opgespoord en herkend. Het waarnemingsvermogen van de zorgverlener die de röntgenopname moet beoordelen, is in veel gevallen de beperkende factor. De vraag is hoe ernstig een onjuiste beoordeling van de aan- of afwezigheid van een röntgenologische afwijking is en wat een zorgverlener kan doen om de kans op fouten zo klein mogelijk te laten zijn. De beslissing tot het maken van een röntgenopname en de keuze van de juiste opnametechniek zijn daarbij cruciaal. Een zorgverlener kan diverse richtlijnen raadplegen die aangeven wat thans door de beroepsgroep als de meest aanbevolen werkwijze wordt beschouwd.
Original language | Undefined/Unknown |
---|---|
Pages (from-to) | 239-245 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde |
Volume | 116 |
Publication status | Published - 2009 |