Rechts(on)zekerheid en de informele vereniging

Er is weer hoop voor de modernisering van de regeling voor de personenvennootschappen. Op 21 februari 2019 heeft de Minister voor Rechtsbescherming een nieuw wetsvoorstel ter consultatie ingediend. In het Voorontwerp is er aansluiting gezocht bij de regeling van de informele vereniging voor de toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de personenvennootschappen. Dit aspect van de consultatie heeft veel kritiek gekregen.1 Het ontbreken van formele vereisten zou op gespannen voet staan met de rechtszekerheid.

Het feit dat men zo negatief heeft gereageerd op de aansluiting bij de informele vereniging, kan een aanleiding zijn om de regeling van deze rechtspersoon te heroverwegen. In deze bijdrage bespreek ik hoe de afwezigheid van formele vereisten voor de verkrijging van rechtspersoonlijkheid door de informele vereniging zich verhoudt tot de rechtszekerheid. Om deze verhouding te kunnen beoordelen, is het eerst van belang om te bespreken wat onder rechtszekerheid wordt verstaan.