Abstract
De toegelaten of erkende maatschappelijke instellingen zijn te beschouwen als de buitenbeentjes van het bestuursrecht: ze horen er wel bij en ze horen er niet bij. Dat is problematisch, want voor de uitoefening van publieke taken – of het nu gaat om de volkshuisvesting, de gezondheidszorg, de omroep of het bijzonder onderwijs – kunnen we niet goed zonder ze. Deze bijdrage vormt een pleidooi om de toegelaten of erkende maatschappelijke instellingen een meer volwaardige positie in ons vakgebied te geven en ze te erkennen als een separate bestuursrechtelijke categorie. Dat heeft vooral consequenties voor de normering van het optreden van deze instellingen en het toezichtinstrumentarium dat op hen van toepassing is en roept bovendien vragen op over de identiteit van het bestuursrecht.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 2018/48 |
Pages (from-to) | 257-266 |
Number of pages | 10 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht |
Volume | 2018 |
Issue number | 6 |
Early online date | 24 May 2018 |
Publication status | Published - Jun 2018 |
VU Research Profile
- Governance for Society