TY - BOOK
T1 - Slachtofferadvocatuur
T2 - De rol van de advocatuur in de bijstand van slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven
AU - Elbers, N.A.
AU - Meijer, S.
AU - Becx, I.M.
AU - Schijns, A.J.J.G.
AU - Akkermans, Arno
PY - 2018
Y1 - 2018
N2 - De bijstand van slachtoffers in het strafproces is steeds meer omvattend. De positie van het slachtoffer is door de jaren heen sterk veranderd, van een passieve toeschouwer tot een procesdeelnemer wiens rechten steeds meer zijn uitgebreid. In dat kader is ook de rol van de slachtofferadvocatuur groter geworden. De laatste jaren heeft de overheid middelen beschikbaar gesteld voor de slachtofferadvocatuur, in de vorm van steun voor de specialisatieopleiding van advocaten getiteld Rechtsbijstand van EGZ-slachtoffers die slachtoffers bijstaan in het strafproces, maar ook hebben slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenzaken (EGZ-zaken) onder gunstige voorwaarden recht op een toevoeging voor een advocaat. In opdracht van het WODC is onderzocht in hoeverre advocaten van slachtoffers van ernstige gewelds- of zedenmisdrijven bijdragen aan het verwezenlijken van slachtofferrechten. De rol van de advocatuur is onderzocht in het kader van vijf slachtofferrechten: (1) het recht op algemene- en zaaksgebonden informatie, (2) het recht op kennisneming van het dossier, (3) het recht op toevoegen van stukken aan het dossier, (4) het recht op het indienen van een vordering tot schadevergoeding en (5) het spreekrecht.De onderzoeksmethoden waren een deskresearch naar het juridisch kader, vragenlijsten die door 148 slachtofferadvocaten zijn ingevuld, en 20 interviews met ketenpartners (politie, Slachtofferhulp Nederland, Openbaar Ministerie en rechters). Kort samengevat zijn de uitkomsten van het onderzoek als volgt.Recht op informatie. De geïnterviewde respondenten van de politie, Slachtofferhulp Nederland, het Openbaar Ministerie en de Zittende Magistratuur zien het als hun taak om het slachtoffer te voorzien van informatie over (hun onderdeel van) het traject na het misdrijf. De informatievoorziening in de richting van de advocatuur gaat beter maar is nog niet optimaal. Advocaten zeggen als knelpunten te ervaren dat ze niet altijd tijdig op de hoogte worden gebracht van de aanvang, uitstel of voortgang van een zitting. De toegevoegde waarde van de slachtofferadvocatuur wat betreft het recht op informatie is dat de advocaat gedurende het hele traject betrokken is, waardoor hij overzicht heeft en bij alle onderdelen informatie en uitleg kan geven over wat er gaande is. Casemanagers van Slachtofferhulp Nederland kunnen het slachtoffer ook gedurende het hele traject van informatie voorzien. De advocaat is, anders dan bijvoorbeeld de politie, Openbaar Ministerie of Zittende Magistratuur, degene die uitsluitend het belang van het slachtoffer (zijn cliënt) dient, en daarin onafhankelijk kan opereren.Recht op kennisneming van het dossier. Het recht op kennisneming van het dossier moet zich in de praktijk nog uitkristalliseren. Van alle slachtofferrechten ervaren advocaten de meeste knelpunten rondom het recht op kennisneming van het dossier. Onder officieren van justitie is er nog veel discussie over vragen zoals op welk moment de kennisneming van het dossier plaatsvindt, op welke wijze, onder welke voorwaarden, en of het gehele of slechts bepaalde onderdelen van het dossier worden verstrekt. Bijvoorbeeld de inzage in privacygevoelige gegevens van de verdachte (zoals een psychiatrisch rapport) is nog onderwerp van discussie. De regelgeving is op zich eenduidig, namelijk dat het slachtoffer recht heeft op kennisneming, maar de praktijk zoekt nog hoe de regelgeving het beste kanworden uitgevoerd. De toegevoegde waarde van de advocatuur in de huidige stand van zaken is dat slachtoffers met advocaat een grotere kans hebben tot kennisneming van het dossier.Recht op toevoegen van stukken aan het dossier. Het toevoegen van stukken aan het dossier lijkt in de praktijk niet heel veel voor te komen. Er worden ook niet veel knelpunten ervaren rondom het uitoefenen van dit recht. Een knelpunt dat wordt genoemd is dat de stukken die worden ingediend niet altijd in het dossier terecht komen. De toegevoegde waarde van de advocatuur is dat advocaten vanwege een helikopterview, kennisneming van het gehele dossier en vanwege hun nauwe contact met het slachtoffer, kunnen inschatten of er bewijs mist in het opsporingsonderzoek. Zij kunnen in hun hoedanigheid van advocaat soms ook via een andere route bepaalde stukken verkrijgen die tot bewijs kunnen dienen.Spreekrecht. Het spreekrecht wordt in de praktijk niet heel vaak gebruikt, in de zin dat het slachtoffer niet vaak daadwerkelijk spreekt tijdens de zitting. Sommige geïnterviewde respondenten zeggen dat schriftelijke slachtofferverklaringen wel vaker worden toegevoegd. Er worden niet veel knelpunten ervaren rondom het spreekrecht, behalve dat het onduidelijk is op welk moment, hoe vaak en hoe lang er gesproken mag worden. Advocaten zien voor zichzelf een bescheiden rol in het verwezenlijken van het spreekrecht. Geïnterviewde advocaten zeggen er vooral voor te waken dat het slachtoffer geen grove dingen zegt. Sommigen geïnterviewden geven aan dat Slachtofferhulp Nederland een belangrijke rol speelt in het ondersteunen van slachtoffers bij het emotionele aspect van het spreekrecht (over de gevolgen van het misdrijf), en dat er voor de advocatuur een rol ligt wat betreft het juridische deel (over het bewijs en de straf). De praktijk is echter nog op zoek naar de beste invulling van wanneer en hoe vaak het spreekrecht tijdens de zitting kan plaatsvinden.Recht op schadevergoeding. Van het recht om als benadeelde partij schade te vorderen in het strafproces wordt in de praktijk veelvuldig gebruik gemaakt. Een knelpunt dat slachtofferadvocaten ervaren met betrekking tot het recht op schadevergoeding is dat de vordering niet altijd door het Openbaar Ministerie op tijd naar alle partijen wordt verspreid. Rechters ervaren juist het knelpunt dat advocaten de vordering niet op tijd indienen. Daarnaast geven slachtofferadvocaten aan dat rechters en officieren van justitie in hun beleving niet altijd voldoende kennis hebben van de beginselen van het civielrechtelijke aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht om optimaal over de vordering te kunnen oordelen. Advocaten en andere geïnterviewde professionals zien een belangrijke taak voor de advocatuur in het bijstaan van slachtoffers met betrekking tot het recht op schadevergoeding, vooral bij zaken waarbij de vordering ingewikkeld is, bijvoorbeeld als er sprake is van blijvende invaliditeit. De advocatuur heeft expertise wat betreft het berekenen van de vordering, of kan die inschakelen, die andere professionals niet in voldoende mate in huis hebben.Naast de bovenstaande onderzochte slachtofferrechten heeft de slachtofferadvocatuur twee overkoepelende eigenschappen die van toegevoegde waarde zijn. Ten eerste is de toegevoegde waarde gelegen in de traditionele rol van de advocaat. De kernwaarden van de advocaat – de partijdigheid, de onafhankelijkheid en de mogelijkheid tot het procesrechtelijk afdwingen van bepaalde rechten (het procesmonopolie) –, zijn bepalend voor die toegevoegde waarde. Maar ook in psychosociale zin heeft de slachtoffer advocaat een toegevoegde waarde, omdat de bijstand van een slachtofferadvocaat kan bijdragen aan empowerment (en daarmee mogelijk ook een beter herstel) van het slachtoffer in het strafproces.Ten slotte is er onderzoek gedaan naar de mate waarin slachtofferadvocaten in staat worden gesteld om hun taken uit te voeren. Hierbij worden drie elementen onderscheiden: de doorverwijzing, de opleiding en de vergoeding.Doorverwijzing. Slachtoffers komen meestal op een van vier manieren bij een slachtofferadvocaat terecht: via Slachtofferhulp Nederland, via familie en vrienden, via andere advocaten of via het internet. Slachtofferhulp Nederland verwijst door naar de website van de Raad voor de Rechtsbijstand. Een deel van de slachtofferadvocaten zegt dat Slachtofferhulp regelmatig naar hen doorverwijst, anderen zeggen dat Slachtofferhulp Nederland te weinig naar hen doorverwijst. Slachtofferadvocaten vinden dat de politie en het Openbaar Ministerie meer zouden kunnen doorverwijzen. Ook de bekendheid van slachtofferadvocaten kan beter. Als good practice noemen sommigen de doorverwijzing via de slachtoffer piketdiensten die in een drietal regio’s is ingesteld. De piketdienst is een lijst van gespecialiseerde slachtofferadvocaten uit de regio, georganiseerd vanuit de slachtofferadvocatuur, die een rooster maken en dat doorsturen aan de politie. De politie contacteert de dienstdoende advocaat als een slachtoffer zich meldt.Opleiding. Advocaten die slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven op toevoegingsbasis bijstaan, moeten ofwel zijn aangesloten bij een specifieke beroepsvereniging voor letselschadeadvocaten, ofwel de basisopleiding Letsel- en slachtofferzaken hebben gevolgd. Advocaten die de basisopleiding hebben gedaan zijn er tevreden over, maar geven aan dat voor bijstand bij grotere en zwaardere zaken verdere specialisatie vereist is. Er is sinds 2015 een specialisatieopleiding getiteld Bijstand van EGZ- slachtoffers. Deze opleiding is uitgebreider en intensiever dan de basisopleiding en biedt meer ruimte voor het uitwisselen van ervaringen, kennis en ideeën onder de cursisten aan de hand van casussen. Er hebben tot op heden 30 advocaten deelgenomen aan deze specialisatieopleiding. De geïnterviewde professionals uit de praktijk ervaren verschillen in kwaliteit tussen slachtofferadvocaten. Ze zeggen goede ervaringen te hebben met een klein clubje slachtofferadvocaten, waarvan ze vermoeden dat die de specialisatieopleiding hebben gedaan.Vergoeding. Bijna alle slachtofferadvocaten in ons onderzoek geven aan te werken op basis van de toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand. Deze toevoeging bedraagt een vergoeding van 11 uur. Een enkeling werkt soms op basis van het uurtarief van een rechtsbijstandverzekering. Zowel in de vragenlijst als in de interviews wordt genoemd dat de toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand ontoereikend is in verhouding tot het vereiste werk. Als gevolg kiezen sommige advocaten ervoor om niet alle zittingen, zoals pro-forma zittingen, regiezittingen of sommige inhoudelijke zittingen - als die over meerdere dagen verspreid zijn - bij te wonen. Het verdient verder onderzoek om na te gaan of dit invloed heeft op de kansen dat een schadevergoedingsvordering (geheel) wordt toegewezen. Ook is het belangrijk om vervolgonderzoek te doen naar de ervaringen van slachtoffers met betrekking tot de slachtofferadvocatuur.
AB - De bijstand van slachtoffers in het strafproces is steeds meer omvattend. De positie van het slachtoffer is door de jaren heen sterk veranderd, van een passieve toeschouwer tot een procesdeelnemer wiens rechten steeds meer zijn uitgebreid. In dat kader is ook de rol van de slachtofferadvocatuur groter geworden. De laatste jaren heeft de overheid middelen beschikbaar gesteld voor de slachtofferadvocatuur, in de vorm van steun voor de specialisatieopleiding van advocaten getiteld Rechtsbijstand van EGZ-slachtoffers die slachtoffers bijstaan in het strafproces, maar ook hebben slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenzaken (EGZ-zaken) onder gunstige voorwaarden recht op een toevoeging voor een advocaat. In opdracht van het WODC is onderzocht in hoeverre advocaten van slachtoffers van ernstige gewelds- of zedenmisdrijven bijdragen aan het verwezenlijken van slachtofferrechten. De rol van de advocatuur is onderzocht in het kader van vijf slachtofferrechten: (1) het recht op algemene- en zaaksgebonden informatie, (2) het recht op kennisneming van het dossier, (3) het recht op toevoegen van stukken aan het dossier, (4) het recht op het indienen van een vordering tot schadevergoeding en (5) het spreekrecht.De onderzoeksmethoden waren een deskresearch naar het juridisch kader, vragenlijsten die door 148 slachtofferadvocaten zijn ingevuld, en 20 interviews met ketenpartners (politie, Slachtofferhulp Nederland, Openbaar Ministerie en rechters). Kort samengevat zijn de uitkomsten van het onderzoek als volgt.Recht op informatie. De geïnterviewde respondenten van de politie, Slachtofferhulp Nederland, het Openbaar Ministerie en de Zittende Magistratuur zien het als hun taak om het slachtoffer te voorzien van informatie over (hun onderdeel van) het traject na het misdrijf. De informatievoorziening in de richting van de advocatuur gaat beter maar is nog niet optimaal. Advocaten zeggen als knelpunten te ervaren dat ze niet altijd tijdig op de hoogte worden gebracht van de aanvang, uitstel of voortgang van een zitting. De toegevoegde waarde van de slachtofferadvocatuur wat betreft het recht op informatie is dat de advocaat gedurende het hele traject betrokken is, waardoor hij overzicht heeft en bij alle onderdelen informatie en uitleg kan geven over wat er gaande is. Casemanagers van Slachtofferhulp Nederland kunnen het slachtoffer ook gedurende het hele traject van informatie voorzien. De advocaat is, anders dan bijvoorbeeld de politie, Openbaar Ministerie of Zittende Magistratuur, degene die uitsluitend het belang van het slachtoffer (zijn cliënt) dient, en daarin onafhankelijk kan opereren.Recht op kennisneming van het dossier. Het recht op kennisneming van het dossier moet zich in de praktijk nog uitkristalliseren. Van alle slachtofferrechten ervaren advocaten de meeste knelpunten rondom het recht op kennisneming van het dossier. Onder officieren van justitie is er nog veel discussie over vragen zoals op welk moment de kennisneming van het dossier plaatsvindt, op welke wijze, onder welke voorwaarden, en of het gehele of slechts bepaalde onderdelen van het dossier worden verstrekt. Bijvoorbeeld de inzage in privacygevoelige gegevens van de verdachte (zoals een psychiatrisch rapport) is nog onderwerp van discussie. De regelgeving is op zich eenduidig, namelijk dat het slachtoffer recht heeft op kennisneming, maar de praktijk zoekt nog hoe de regelgeving het beste kanworden uitgevoerd. De toegevoegde waarde van de advocatuur in de huidige stand van zaken is dat slachtoffers met advocaat een grotere kans hebben tot kennisneming van het dossier.Recht op toevoegen van stukken aan het dossier. Het toevoegen van stukken aan het dossier lijkt in de praktijk niet heel veel voor te komen. Er worden ook niet veel knelpunten ervaren rondom het uitoefenen van dit recht. Een knelpunt dat wordt genoemd is dat de stukken die worden ingediend niet altijd in het dossier terecht komen. De toegevoegde waarde van de advocatuur is dat advocaten vanwege een helikopterview, kennisneming van het gehele dossier en vanwege hun nauwe contact met het slachtoffer, kunnen inschatten of er bewijs mist in het opsporingsonderzoek. Zij kunnen in hun hoedanigheid van advocaat soms ook via een andere route bepaalde stukken verkrijgen die tot bewijs kunnen dienen.Spreekrecht. Het spreekrecht wordt in de praktijk niet heel vaak gebruikt, in de zin dat het slachtoffer niet vaak daadwerkelijk spreekt tijdens de zitting. Sommige geïnterviewde respondenten zeggen dat schriftelijke slachtofferverklaringen wel vaker worden toegevoegd. Er worden niet veel knelpunten ervaren rondom het spreekrecht, behalve dat het onduidelijk is op welk moment, hoe vaak en hoe lang er gesproken mag worden. Advocaten zien voor zichzelf een bescheiden rol in het verwezenlijken van het spreekrecht. Geïnterviewde advocaten zeggen er vooral voor te waken dat het slachtoffer geen grove dingen zegt. Sommigen geïnterviewden geven aan dat Slachtofferhulp Nederland een belangrijke rol speelt in het ondersteunen van slachtoffers bij het emotionele aspect van het spreekrecht (over de gevolgen van het misdrijf), en dat er voor de advocatuur een rol ligt wat betreft het juridische deel (over het bewijs en de straf). De praktijk is echter nog op zoek naar de beste invulling van wanneer en hoe vaak het spreekrecht tijdens de zitting kan plaatsvinden.Recht op schadevergoeding. Van het recht om als benadeelde partij schade te vorderen in het strafproces wordt in de praktijk veelvuldig gebruik gemaakt. Een knelpunt dat slachtofferadvocaten ervaren met betrekking tot het recht op schadevergoeding is dat de vordering niet altijd door het Openbaar Ministerie op tijd naar alle partijen wordt verspreid. Rechters ervaren juist het knelpunt dat advocaten de vordering niet op tijd indienen. Daarnaast geven slachtofferadvocaten aan dat rechters en officieren van justitie in hun beleving niet altijd voldoende kennis hebben van de beginselen van het civielrechtelijke aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht om optimaal over de vordering te kunnen oordelen. Advocaten en andere geïnterviewde professionals zien een belangrijke taak voor de advocatuur in het bijstaan van slachtoffers met betrekking tot het recht op schadevergoeding, vooral bij zaken waarbij de vordering ingewikkeld is, bijvoorbeeld als er sprake is van blijvende invaliditeit. De advocatuur heeft expertise wat betreft het berekenen van de vordering, of kan die inschakelen, die andere professionals niet in voldoende mate in huis hebben.Naast de bovenstaande onderzochte slachtofferrechten heeft de slachtofferadvocatuur twee overkoepelende eigenschappen die van toegevoegde waarde zijn. Ten eerste is de toegevoegde waarde gelegen in de traditionele rol van de advocaat. De kernwaarden van de advocaat – de partijdigheid, de onafhankelijkheid en de mogelijkheid tot het procesrechtelijk afdwingen van bepaalde rechten (het procesmonopolie) –, zijn bepalend voor die toegevoegde waarde. Maar ook in psychosociale zin heeft de slachtoffer advocaat een toegevoegde waarde, omdat de bijstand van een slachtofferadvocaat kan bijdragen aan empowerment (en daarmee mogelijk ook een beter herstel) van het slachtoffer in het strafproces.Ten slotte is er onderzoek gedaan naar de mate waarin slachtofferadvocaten in staat worden gesteld om hun taken uit te voeren. Hierbij worden drie elementen onderscheiden: de doorverwijzing, de opleiding en de vergoeding.Doorverwijzing. Slachtoffers komen meestal op een van vier manieren bij een slachtofferadvocaat terecht: via Slachtofferhulp Nederland, via familie en vrienden, via andere advocaten of via het internet. Slachtofferhulp Nederland verwijst door naar de website van de Raad voor de Rechtsbijstand. Een deel van de slachtofferadvocaten zegt dat Slachtofferhulp regelmatig naar hen doorverwijst, anderen zeggen dat Slachtofferhulp Nederland te weinig naar hen doorverwijst. Slachtofferadvocaten vinden dat de politie en het Openbaar Ministerie meer zouden kunnen doorverwijzen. Ook de bekendheid van slachtofferadvocaten kan beter. Als good practice noemen sommigen de doorverwijzing via de slachtoffer piketdiensten die in een drietal regio’s is ingesteld. De piketdienst is een lijst van gespecialiseerde slachtofferadvocaten uit de regio, georganiseerd vanuit de slachtofferadvocatuur, die een rooster maken en dat doorsturen aan de politie. De politie contacteert de dienstdoende advocaat als een slachtoffer zich meldt.Opleiding. Advocaten die slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven op toevoegingsbasis bijstaan, moeten ofwel zijn aangesloten bij een specifieke beroepsvereniging voor letselschadeadvocaten, ofwel de basisopleiding Letsel- en slachtofferzaken hebben gevolgd. Advocaten die de basisopleiding hebben gedaan zijn er tevreden over, maar geven aan dat voor bijstand bij grotere en zwaardere zaken verdere specialisatie vereist is. Er is sinds 2015 een specialisatieopleiding getiteld Bijstand van EGZ- slachtoffers. Deze opleiding is uitgebreider en intensiever dan de basisopleiding en biedt meer ruimte voor het uitwisselen van ervaringen, kennis en ideeën onder de cursisten aan de hand van casussen. Er hebben tot op heden 30 advocaten deelgenomen aan deze specialisatieopleiding. De geïnterviewde professionals uit de praktijk ervaren verschillen in kwaliteit tussen slachtofferadvocaten. Ze zeggen goede ervaringen te hebben met een klein clubje slachtofferadvocaten, waarvan ze vermoeden dat die de specialisatieopleiding hebben gedaan.Vergoeding. Bijna alle slachtofferadvocaten in ons onderzoek geven aan te werken op basis van de toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand. Deze toevoeging bedraagt een vergoeding van 11 uur. Een enkeling werkt soms op basis van het uurtarief van een rechtsbijstandverzekering. Zowel in de vragenlijst als in de interviews wordt genoemd dat de toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand ontoereikend is in verhouding tot het vereiste werk. Als gevolg kiezen sommige advocaten ervoor om niet alle zittingen, zoals pro-forma zittingen, regiezittingen of sommige inhoudelijke zittingen - als die over meerdere dagen verspreid zijn - bij te wonen. Het verdient verder onderzoek om na te gaan of dit invloed heeft op de kansen dat een schadevergoedingsvordering (geheel) wordt toegewezen. Ook is het belangrijk om vervolgonderzoek te doen naar de ervaringen van slachtoffers met betrekking tot de slachtofferadvocatuur.
UR - https://www.advocatenblad.nl/2019/01/09/slachtofferadvocaat-vergoeding-is-ontoereikend/
M3 - Report
BT - Slachtofferadvocatuur
PB - NSCR
CY - Amsterdam
ER -