'Waartoe hij eene uitmuntende bevoegdheid had'. Everwinus Wassenbergh en het begin van de neerlandistiek.

J. Noordegraaf

Research output: Contribution to JournalArticleAcademicpeer-review

56 Downloads (Pure)

Abstract

Op 9 juni 1797 werd de classicus Everwinus Wassenbergh aan de universiteit van Franeker ook benoemd tot hoogleraar ‘in de Nederduitsche Taalkunde’. In de jaren daarna doceerde hij er over Nederlandse taalkunde, letterkunde en welsprekendheid. In zijn colleges Nederlandse taalkunde behandelde hij uitvoerig de Beknopte Nederduitsche Spraakkunst (1793) van Lambertus van Bolhuis. Wassenbergh was een classicus uit de Schola Hemsterhusiana, een groep van Nederlandse classici die het belang van het cultiveren van de moedertaal scherp hebben ingezien (‘vaderlandsche plicht’) en daar praktische consequenties aan hebben verbonden. Hij was een van de eerste officiële hoogleraren Nederlands, zo niet de eerste.
Original languageDutch
Pages (from-to)50-53
JournalNieuw letterkundig magazijn
Volume15
Publication statusPublished - 1997

Cite this